Voorwoord ACOM Journaal maart 2023

Toen ik het vorige voorwoord schreef voor ACOM Journaal, was net de kogel door de kerk: er zouden tanks geleverd worden aan Oekraïne, en niet de minste. Zo zijn er o.a. Leopards (1 en 2) en Abrams toegezegd.

Inmiddels zijn de eerste Leopards in Oekraïne aangekomen maar ook in dat opzicht is de tijd de grootste vijand. Veel landen leveren materieel dat nog moet worden opgeknapt of inzetgereed gemaakt moet worden terwijl men sommige zaken nieuw besteld heeft en vervolgens wil gaan leveren. Dit laatste gold bijvoorbeeld ook voor de door de Verenigde Staten toegezegde Abrams.

Soms vraag ik mij oprecht af of de donorlanden Oekraïne de oorlog willen laten winnen of alleen maar niet wil laten verliezen. Zo ook het meest bekende “F-woord” in dat opzicht. Tegenwoordig lijkt het wel of het “F-woord” op de F-16 slaat. Er wordt al maanden over gespeculeerd maar er is nog steeds niets toegezegd in dat opzicht. Ik hoop van harte voor de wereld in het algemeen en Oekraïne in het bijzonder dat alles wel op zijn minst “just in time” ter plaatse komt en inzetbaar is.

Een ander woord wat steeds terugkomt is dienstplicht. Vanaf het moment dat de opkomstplicht is opgeschort is er bij tijd en wijle wel weer een politicus die het opschorten van de opkomstplicht wil terugdraaien en dat doet onder de noemer dienstplicht, – al dan niet in combinatie met een maatschappelijke dienstplicht.

Ditmaal, en dat is zeker niet voor het eerst, kwam het weer uit de hoek van het CDA bij monde van Wopke Hoekstra. Het zal wel weer verkiezingstijd zijn. Ongeacht de reden, geeft het terugdraaien van de opschorting van de opkomstplicht, vaak onjuist “het weer invoeren van de dienstplicht genoemd”, voldoende stof tot nadenken en is het een onderwerp waar veel over gediscussieerd wordt.

Wat mij betreft is die discussie eenvoudig af te ronden. Voor het ongedaan maken van de opschorting van de opkomstplicht is het nu, naar mijn als altijd bescheiden mening, niet het moment voor. Defensie heeft al te weinig instructeurs, onvoldoende materieel en materiaal, onvoldoende legering om de mensen te huisvesten. Het zou dan ook een serieuze aanpassing van de gehele organisatie vergen terwijl Defensie al in een serieuze transitie zit. Defensie moet immers na jaren van serieuze krimp weer in alle ernst gaan groeien. Een beroepsleger omvormen naar een leger met dienstplichtigen is echt geen sinecure. Daarnaast zou het buitengewoon veel geld gaan kosten.

Nadat luitenant-admiraal (LADM) Rob Bauer, de toenmalige CDS, enkele jaren terug aangaf dat de politiek zou moeten nadenken over het oplossen van (toekomstig) personeelstekort bij de krijgsmacht en het opnieuw activeren van de dienstplicht een van de mogelijkheden zou zijn, gaf de toenmalige minister van Defensie, Ank Bijleveld aan dit (net als de CDS overigens) geen aantrekkelijke optie te vinden.

Op Kamervragen van de PvdA werd aangegeven wat de kosten zouden zijn van het opnieuw (volledig) invoeren van de dienstplicht. De eenmalige kosten werden toentertijd geraamd op ca. € 15 miljard en de jaarlijkse kosten op ongeveer € 70 miljoen. Die bedragen zullen zeker niet lager geworden zijn.

De reden waarom LADM Bauer toentertijd de opmerking maakte is nog steeds valide. Het ging hem immers absoluut niet om het opnieuw activeren van de dienstplicht. Het was een oproep aan de politiek om na te denken over het oplossen van het (toekomstig) personeelstekort bij de krijgsmacht en dat probleem is volgens mij zeker niet kleiner geworden.

Uiteraard heb ik een aantal ideeën over wat zou kunnen helpen maar het is evident dat de krijgsmacht altijd relatief veel nieuwe militairen nodig zal hebben en bovendien personeel zal moeten behouden.

Het gaat dus zeker niet alleen om het verhogen van de instroom maar ook om het beperken van de uitstroom. Als de politiek daarover na gaat denken kunnen ze mij altijd bellen om bij een bak koffie van gedachten te wisselen. Maar wat mij betreft hoort het opnieuw activeren van de dienstplicht niet bij de voor de hand liggende opties.

Voor nu: blijf gezond en blijf veilig.