Voorwoord ACOM Journaal februari 2023

Last Updated on 10 februari 2023, 17:37 by

In vele opzichten is de oorlog in Oekraïne iets wat in meerdere perspectieven het nieuws bepaalt. En terecht, want wat een immens leed voor de inwoners van dat land in het algemeen en voor de militairen en hun familie in het bijzonder. Maar daar stopt het wereldwijde leed niet mee.

Turkije en Syrië zijn zwaar getroffen door een enorme aardbeving en ook daar is het leed niet te overzien. Ook daar vele doden en gewonden, ontwrichte gezinnen en een enorme ravage.

Voor de defensieorganisaties wereldwijd, en zeker voor die van Nederland, wordt elke dag weer bevestigd hoe triest we ervoor staan door de decennialange bezuinigingen. Als Nederland essentiële zaken wil doneren aan Oekraïne begint het eeuwige dilemma. We kunnen niet weggeven wat we decennialang hebben afgestoten en feitelijk kunnen we wat nog niet is afgestoten nagenoeg niet missen.

Hoe vaker we iets van het eigen nog in gebruik zijnde materieel en materiaal weggeven hoe erger het gemis. Dat zorgt er ook voor dat we als Nederland vaker zaken opkopen en dan doneren. Een voorbeeld hiervan: de gedoneerde tanks.

Nederland heeft al veelvuldig materieel, materiaal en munitie aan Oekraïne verstrekt en gaat nu dus samen met Duitsland en Denemarken ongeveer honderd Leopard 1-A5 tanks, reserveonderdelen en munitie kopen en leveren aan Kiev. Opvallend daarbij is dat het om tanks gaat die niet alleen “al wat ouder zijn” maar ook nog gereviseerd en gemoderniseerd moeten worden.

Wellicht kunnen er daarvan dit jaar slechts 20 tot 25 stuks geleverd worden aan Oekraïne, de rest volgt dan pas volgend jaar. Vooralsnog zullen de Leopard 2-6 tanks die Nederland van Duitsland least geen deel uitmaken van zendingen. Dit maakt weer eens duidelijk hoelang het duurt voor zwaar materieel beschikbaar komt. Het is naar mijn mening dan ook essentieel om, naast de schenkingen die Nederland terecht doet aan Oekraïne, met de grootst mogelijke urgentie bestellingen te plaatsen om de Nederlandse defensie te versterken. “Just in time” bestellingen plaatsen is allang geen optie meer. 

Ook de ramp in Turkije maakt dat weer eens duidelijk. Daar naartoe vertrekt, ongeveer op het moment dat ik dit voorwoord schrijf, een Nederlandse C-130 (transportvliegtuig) met aan boord, naast de bemanning en ondersteuning, medische specialisten van het Centrum voor Mens en Luchtvaart. Een zeer belangrijke humanitaire ondersteuning in deze trieste situatie.

Goed dat Defensie deze ondersteuning stuurt om mensen medisch te kunnen evacueren. Maar wel zorgelijk als we beseffen dat we slechts 4 van deze C-130’s hebben bij Defensie, 2 uit de jaren ’90 en twee uit 1978 en 1984. Oude ‘strijders’ die al jaren op de nominatie staan om vervangen te worden en die dan ook vaker aan de grond staan dan dat ze inzetbaar zijn.

Op dit moment is dus slechts één toestel aangeboden voor humanitaire doeleinden, maar meer vliegen er dan ook niet. En toch heeft men het al jaren over de vervanging van deze militaire werkpaarden. Defensie heeft ooit bekend gemaakt dat ze vervangen zouden worden door toestellen van de Braziliaanse fabrikant Embraer (het type Embraer C-390 Millennium).

Defensie maakte in de zomer van 2022 bekend dat dit de vervanger zou worden en dat die toestellen vanaf 2026 geleverd zouden worden. Daarna volgden slechts veel geruchten en verhalen, maar of de vliegtuigen nu daadwerkelijk besteld zijn en of ze daadwerkelijk geleverd gaan worden (vanaf 2026) blijft vooralsnog in het vage. Dit zijn uiteraard maar enkele voorbeelden van zaken die aandacht verdienen maar het belangrijkste is dat er vaart gemaakt zal moeten worden bij het besluiten over en verwerven van heel veel (soorten) materieel en materiaal, in het belang van Defensie, het belang van Nederland en het belang van de wereldvrede. https://www.acom.nl/aj-2023/februari-4/