Voorwoord ACOM Journaal april 2023

Last Updated on 6 april 2023, 10:18 by

Op dit moment is er wederom reuring op vele vlakken. Na de laatste verkiezingen verschijnt er de ene dag een artikel over een kabinetscrisis en is de andere dag alles koek en ei. Er is in dat opzicht echt geen peil op te trekken en dat geldt ook voor Defensie.

Er gebeurt veel op uiteenlopende vlakken maar het kan de mensen om wie het gaat, u als werknemers van het mooie defensiebedrijf, natuurlijk nooit snel genoeg gaan. Ook daarvoor alle begrip. Maar laten we vooral beseffen dat ook zaken als groei niet van de ene op de andere dag gerealiseerd kunnen worden. Of het nu om materieel, materiaal of mensen gaat, voor het bruikbaar dan wel inzetbaar is zal er de nodige tijd verstrijken.

Dat geldt uiteraard nog meer voor de stapeleffecten. Als er nieuwe middelen worden aangeschaft zal er vaak ook de nodige infrastructuur moeten worden aangepast en zal het personeel vaak geschoold, omgeschoold of bijgeschoold moeten worden waarna men zich de nieuwe middelen nog eigen moet maken. Daarbij komt dan ook nog het probleem dat “de winkel open dient te blijven tijdens de verbouwing”.

Als Defensie bijvoorbeeld t.z.t. de nieuwe mijnenjagers krijgt zal men de huidige willen blijven inzetten tot de nieuwe inzetbaar zijn. Sterker nog, de oorlog in Oekraïne drukt ook daar een stempel op. De Nederlandse regering heeft immers twee mijnenjagers (uit de huidige Alkmaarklasse) toegezegd aan Oekraïne die vanaf 2025 geleverd worden. Overigens is dit de verwachte leverperiode en dat hangt nog af van de daadwerkelijke leverdatum van de vervangende mijnenbestrijdingsvaartuigen voor de marine (zes mijnenbestrijdingsvaartuigen waarvan de levering, met als eerste de Zr.Ms. Vlissingen, naar verwachting vanaf medio 2025 zal starten).

In de tweede helft van 2023 start echter ook de opleiding van de Oekraïense bemanning, – een taak die Nederland samen met België (en wellicht andere landen) op zich zal nemen. Een belangrijke taak, maar dat zal niet eenvoudig zijn gezien de huidige personele bezetting en alle lopende zaken en verplichtingen. Daar zal Defensie dus, samen met de bonden, tijdig aandacht voor moeten hebben en afspraken moeten maken over hoe we daar, in die gespannen situatie, oplossingen voor kunnen bespreken.

Uiteraard is dit slechts een voorbeeld en zijn er daar veel meer van. Medewerkers van Defensie zijn dagelijks bezig met het ondersteunen van de Oekraïners. Door het geven van adviezen of trainingen, door het prepareren van materieel en materiaal of met het verwerven daarvan, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Laten we echter vooral beseffen dat al die dingen die we extra doen niet zomaar zijn. Het is niet “just another day at the office”.

Deze mensen maken allemaal een klein stukje uit van het verschil, en daarbij is de totale kracht groter dat de som van de individuele krachten. Dat zorgt ervoor dat die oorlog vooralsnog dáár wordt uitgevochten en daarmee is het dus ook deels onze oorlog. Voor mij is het dan ook helder, het personeel van Defensie verdient, en heeft, mijn respect en waardering, en ongetwijfeld ook van u. Laten we nu maar hopen dat het personeel van Defensie ook het respect en waardering van de rest van Nederland in het algemeen en de politiek in het bijzonder krijgt. Dat verdienen ze!

Of ook de politiek het nodige respect en de nodige waardering om wil zetten in daden zal moeten blijken als we spreken over de arbeidsvoorwaarden. Zonder geld immers geen Zwitsers!