Voorwoord ACOM Journaal april 2020
Last Updated on 9 april 2020, 13:43 by
Het is het begin van een zwoele zomers aandoende lenteavond als ik dit voorwoord schrijf. Ik werk nu thuis, in de tuin. Niets om mij heen wijst erop dat er iets bijzonders aan de hand is. De zon gaat langzaam onder, het wordt wat koeler en de vogeltjes laten horen dat het voorjaar is.
Dan komt de werkelijkheid weer binnen. Wederom een persconferentie van onze premier, Mark Rutte, en minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hoe staat het er nu voor in Nederland op het gebied van corona. Die persconferenties zijn vaak duidelijk. Op mij komt de premier op die momenten dan ook echt over als de premier van alle Nederlanders, en zo hoort het ook. In tijden als deze, waarin we feitelijk als collectief een oorlog voeren tegen een inzichtbare vijand, is een goede communicatie cruciaal.
Corona bepaalt voor vele mensen, dus ook voor de medewerkers van Defensie, het dagelijkse leven en doen en laten. Ook wordt steeds duidelijker dat we daar nog weken of maanden direct en wellicht nog jaren indirect door beïnvloed zullen worden.
Vele mensen werken thuis in ons Koninkrijk en dat geldt ook in grote mate voor het personeel van Defensie. Uiteraard niet iedereen, vele zaken dienen immers ‘gewoon” door te gaan. Ineens weet heel Nederland wat kritische beroepen zijn en waarom dat ook zo is. Voor beroepen in de zorg en voor bijvoorbeeld politie begreep men dat al snel, maar ook beroepen in de logistiek, de vakkenvullers, caissières etc. werden ineens alom gewaardeerd.
Ook voor Defensie, gezien de zichtbaarheid en ondersteuning, is er steeds meer begrip en waardering. Dit besef kwam overigens pas na een paar dagen. Men ging eerst wild hamsteren: Als we de verhalen moeten geloven zijn er nu huishoudens met voldoende wc-papier om het hele huis te behangen en hebben ze voldoende blikjes en potjes groenteconserven om de komende winter, en de periode er naartoe, dagelijks te koken.
Ook is er veel respect en waardering voor mensen in die vitale beroepen die maar doorgaan om deze onzichtbare vijand te verslaan. In alle beroepen, ook voor Defensie. Bij Defensie kan men doorgaan omdat het direct cruciaal is, zoals bijvoorbeeld de directe inzet of ondersteuning daarvan, maar iets kan ook essentieel zijn op bijvoorbeeld het gebied van opleiden en trainen. En ook dan is het uiteraard van groot belang dat alles goed wordt uitgelegd.
Militairen, maar ook de burgermedewerkers bij Defensie, beseffen als geen ander dat ook zij een bijzonder en belangrijk beroep hebben. Militairen zijn in crisissituaties van “the last man standing” en altijd, bereid om die extra stap te zetten. Zelfs als dat extra risico’s met zich meebrengt. Ook dat is immers een element van de bijzondere positie van de militair. Doorgaan waar anderen stoppen, en op de manier het verschil maken. Op dit moment gebeurt dat al op vele plaatsen in ons Koninkrijk. Zowel in Europees Nederland als in het Caribisch deel van ons Koninkrijk en uiteraard op alle plaatsen hierbuiten waar, indien mogelijk, ook de operaties en missies “gewoon doorgaan”.
Ook bij Defensiemedewerkers zijn een aantal gevallen bekend van mensen die besmet zijn geraakt met corona. Er zullen ook vast en zeker mensen besmet zijn, of geweest zijn, van wie we het niet weten. Zo is inmiddels bekend geworden dat er militairen uit het buitenland zijn teruggehaald met corona en dat ook een onderzeeër is teruggekeerd van een oefening omdat er bemanningsleden besmet waren met corona.
En dat brengt me weer bij de reden waarom ook personeel van Defensie voor een zeer groot deel thuiswerkt. Als men de maatregelen die het kabinet heeft voorgeschreven naleeft is de kans op besmetting veel kleiner, en dat gaat voor het personeel van Defensie veel beter als men thuiswerkt. En dat draagt er aan bij dat Defensiepersoneel zo veel mogelijk gezonde mensen kan inzetten op het moment dat dit nodig is. Hoe moeilijk dat thuiswerken soms ook is, het is van groot belang dat de ‘corona-maatregelen’ zoveel als mogelijk nageleefd worden