2018-11-23_Jan_Kropf_

Voorwoord ACOM Journaal januari 2024

Op het moment dat ik dit voorwoord begin te schrijven is 2024 net begonnen. Mijn eerste voorwoord voor ACOM Journaal is voor mij altijd een speciale. Ik begin eraan, en wijzig dit een paar maal tot het moment gekomen is dat ik het daadwerkelijk moet inleveren, doorgaans na de deadline maar dat betitel ik dan maar als een voorrecht van de hoofredacteur.

Overigens ben ik altijd, positief gesteld, ‘vrij laat’ met mijn voorwoord. Simpelweg omdat ik ACOM Journaal in het algemeen, en mijn voorwoord in het bijzonder, zo actueel als mogelijk wil houden.

Maar zoals ik al aangaf is dat met de eersteling van het nieuwe jaar altijd nog iets lastiger; ik wijzig de conceptversie dan ook vaker dan anders. Om de een of andere (onbegrijpelijke) reden zijn er altijd mensen die zenuwachtig worden als de kerstbomen worden opgezet. Men probeert bijvoorbeeld dan nog van alles door te drukken of af te ronden voor het alom bekende ‘Kerstreces’.

En alsof er dan niets veranderd is, komen na de Kerstdagen weer allerlei zaken oppoppen. Proefballonnetjes worden opgelaten en de aankondigingen van ‘grootse’, niet zelden ‘groteske’ plannen worden geopenbaard. Niet alleen binnen of vanuit Defensie, maar vanuit tal van hoeken en op allerlei gebieden en vlakken.

Zo kunt u elders in dit nummer van ACOM Journaal lezen dat Defensie, ik zeg het maar op zijn Hollands, jaren heeft lopen doormodderen op het dossier van de Europese verordening 883. Als gevolg daarvan zijn bepaalde familieleden van in bepaalde landen geplaatste militairen en burgerpersoneel, in een zeer onzekere situatie komen te verkeren.

Als klap op de vuurpijl het gegeven dat Defensie, ondanks dat de vertegenwoordigers van de ACOM daar meermaals naar gevraagd hebben, niet de garantie wilde geven dat zij de eventuele (financiële) gevolgen van deze tekortkoming voor haar rekening zou nemen.

Het risico van dit jarenlange afwachten van Defensie kan dus voor rekening van de werknemers komen. Mocht dit in het gunstigste geval niet zo zijn dat valt voor de betrokkenen nog te bezien hoe snel Defensie over de brug gaat komen. Op dat soort momenten vraag ik mij oprecht af wat voor werkgever staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat nu echt wil zijn!

En dat is toch wel apart! Defensie geeft keer op keer aan dat het personeel “het goud van de organisatie is”. Verder, dat de instroom redelijk is te noemen maar dat de ongeplande uitstroom (te) groot is. Defensie wil groeien terwijl het tekort aan arbeidspotentieel in Nederland steeds kleiner wordt. Dan helpen dit soort zaken vast niet. Bovendien loop het animo om in het buitenland geplaatst te worden ook al jaren terug.

Het grootste (personele) probleem bij Defensie is op dit moment overigens, en naar mijn bescheiden mening zal het dat ook nog wel een poosje zo blijven, het grote aantal militaire vacatures binnen de organisatie. En zonder mensen die zich inzetten middels het ‘dienjaar’ tekort te willen doen, moet toch worden aangemerkt dat het dienjaar in de huidige vorm niet de oplossing is.

Enthousiaste mensen worden (te) beperkt opgeleid en zijn maximaal een jaar in dienst, nota bene als reservist. In dat jaar kan men uiteraard maar zeer beperkt opgeleid worden en kennis en ervaring opdoen. Daarnaast is een reservist (op dit moment) niet uit te zenden of op missie te sturen. In die zin is het niet alleen vrijwillig, maar ook vrijblijvend. Zo doet men wel iets aan de personele vulling maar dan wel eerder in kwantitatieve dan in kwalitatieve zin. Of zoals ik eerder al aangaf, een 9 voor het idee en een 3 voor de uitvoering.

Op dit moment is het niet alleen vrijwillig maar ook vrijblijvend. Dat kan (veel) beter, maar dan zal Defensie er toch eerst eens over in overleg moeten treden met de bonden. Ook in het eerste debat van de vaste commissie voor Defensie in de Tweede Kamer zal hier vast over gesproken worden.

Ik ben benieuwd.

Voorwoord ACOM Journaal december 2023

Als ik de laatste tijd met mensen binnen Defensie spreek, zijn er twee onderwerpen die prominent aan de orde komen. Het arbeidsvoorwaarden-onderhandelaarsresultaat voor de sector Defensie en de uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer.

Over het eerste kan ik kort zijn, op het moment dat ik dit voorwoord schrijf loopt immers onze achterbanraadpleging nog. Naar goed gebruik communiceren wij daar niets over totdat wij de staatssecretaris, die gelukkig weer terug is binnen Defensie, en de zusterorganisaties in het sectoroverleg Defensie, de uitkomst daarvan hebben bekendgemaakt. Dat is, zoals u elders in dit ACOM Journaal kunt lezen, op 12 december a.s.

De uitslag van de verkiezingen stelt mij wel voor een duivels dilemma. Ik heb als voorzitter immers geen enkele politieke voorkeur en ben, niet alleen in die rol, maar ook als mens, een groot voorstander van het in Nederland bestaande democratisch model.

Het overgrote deel van Nederland heeft stemrecht en de stem van “het volk” bepaalt na democratische verkiezingen de samenstelling van de Tweede Kamer. Dat is een groot goed en dient op elke wijze gerespecteerd te worden.

Geen discussie daarover! Ik constateer wel dat er toch weer mensen demonstreren tegen de uitkomst van de verkiezingen. “Soms” verbaas ik mij over dat soort demonstraties, - maar dat terzijde.

De vraag is uiteraard waar de uitkomst van de verkiezingen ons, Nederland in het algemeen en Defensie in het bijzonder, gaat brengen. Nog belangrijker is misschien: wanneer?

De enorme groei van de PVV heeft ook mij verbaasd. Een groei werd wel verwacht maar niet zo’n extreem omvangrijke toename. Naast die van de PVV is ook de groei van het NSC en de BBB zeer opvallend. Gezien mijn functionele rol is het afwachten wat een eventuele regering, waar deze partijen eventueel deel van uit gaan maken, in petto heeft voor Defensie in het algemeen en de krijgsmacht in het bijzonder.

En dat is nu precies het probleem. Ik heb geen glazen bol en “your guess is as good as mine”. Uiteraard hoor en zie ik, met name van de heer Wilders, grote uitspraken, over de toekomstige rol van Defensie en onze positie binnen de NAVO. Misschien nog wel het meest opvallend is de mening over de positie van Turkije binnen diezelfde NAVO. Uiteraard heb ik ook gelezen dat er geen geld meer naar Oekraïne zou moeten gaan, - en zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Naar mijn mening zijn veel van deze zaken, maar dat geldt uiteraard ook voor andere partijen, niet meer dan een inzet en verkiezingsretoriek. We hebben nu eenmaal, linksom, rechtsom of dwars door het midden, een regering nodig, in welke vorm dan ook. Om te kunnen regeren zal er onderhandeld moeten worden over alle cruciale elementen. En de hiervoor genoemde zaken zijn wel kwesties waar niet zomaar een meerderheid voor gevonden zal worden. Ook dat is het mooie van het Nederlandse democratische model. Er zullen, gedragen door een meerderheid, compromissen gesloten moeten worden.

Ik heb er vertrouwen in dat dit gaat lukken en hoop oprecht dat dit ook relatief snel gaat gebeuren zodat er duidelijkheid komt. Duidelijkheid voor Nederland, voor de wereld om ons heen, maar óók voor Defensie.

Last but not least. Het is inmiddels december en het jaar is weer omgevlogen. Rest mij derhalve om u en uw naasten heel fijne feestdagen toe te wensen en een voorspoedig, gezond en vooral vredig 2024.