Voorwoord ACOM Journaal oktober 2024
Na de publicatie van de Defensienota 2024 komen nu voorzichtig allerlei reacties los en wordt er veelvuldig gesproken over wat er nu daadwerkelijk moet gebeuren en wanneer we daarvan de effecten zullen zien.
Als men bijvoorbeeld constateert dat er (eindelijk) weer tanks beschikbaar komen voor Defensie in het algemeen en voor de Landmacht in het bijzonder, krijgen we vaak de vraag hoe we dat dan moeten zien. “Men” stelt al jaren dat een plaatsing in het buitenland niet “te lang” zou mogen duren. Maar dat is nu al, op zijn minst, lastig als men alleen geleasede tanks in Duistland heeft en mensen gespecialiseerd zijn op dat vlak. Waar gaan dan de nieuwe tanks, die naar het schijnt snel opgeleverd kunnen worden, naartoe? Hoe doen we dat met plaatsingen? Gaat men dan ook daadwerkelijk mensen voor langere periodes in het buitenland plaatsen, inclusief de gezinnen?
Ook voor de andere uitbreidingen binnen Defensie lijkt het personele vlak de bottleneck. We kunnen dan wel weer extra schepen en extra vliegtuigen verwerven, maar daarvoor komen we nu al personeel tekort. Hoe denkt Defensie dan eerst de ‘personele’ gaten te vullen? De extra benodigde mensen te werven, op te leiden en te trainen? Begrijpelijke vragen waarop we de antwoorden nog niet weten!
Velen reppen over het dienjaar (of dienmodel) en reservisten als een deel van de oplossingen.
Zoals gesteld in het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR), dient eenieder volledig opgeleid te worden voor de eerstvolgende functies en dat beslaat veelal een lange periode. Dienmodel-militairen en reservisten worden doorgaans korter opgeleid en zijn daarnaast, naar mijn mening, voor het overgrote deel nog steeds niet verplicht oproepbaar mits er sprake is van oorlog (of een daarmee vergelijkbare situatie). Sterker nog, bij dienmodelmilitairen is tussentijds stoppen gewoon mogelijk. Van een dienverplichting is voor hen geen sprake.
En als Defensie het, zoals veelal wordt geopperd, “voor elkaar krijgt om een meer verplichtend karakter” te geven aan de status van reservist of dienmodelmilitair, zullen er dan net zoveel mensen zich melden? En zullen de huidige reservisten en dienmodelmilitairen ook die status houden als men na een oproep verplicht dient op te komen en wellicht ook daadwerkelijk als militair, in welke situatie dan ook, ingezet kan worden? Dat lijken mij vrij cruciale vragen, maar ik heb er nog geen zinnig antwoord op gehad.
Overigens zien we ook in de rapportage “Stand van Defensie, najaar 2024” een duidelijke bevestiging van een signaal dat wij al lang proberen te laten doorklinken. In de top drie van vertrekredenen onder het defensiepersoneel is met stip op 3 de reden “functietoewijzingssyteem” binnengekomen. Onder beroepsmilitairen is dat voor ca 40% een vertrekreden. Als we dan de klassieker “combinatie tussen werk/reistijd en thuis” erbij nemen, hetgeen nog steeds voor 48% van de FPS1/2 militairen en voor 38% van de FPS3 militairen een vertrekreden is, heb ik toch het vermoeden dat het kwalitatief en kwantitatief vullen van Defensie nog de nodige hoofdbrekens zal gaan opleveren
En laten we wel zijn, het is ook allemaal geen sinecure, heeft u de oplossing dan hoor ik dat graag.
Voor nu stay safe in de spannende wereld waar we thans in leven.
Voorwoord ACOM Journaal september 2024
Op het moment dat ik dit voorwoord schrijf is de Defensienota net uit en daar word ik gematigd vrolijk van. Uiteraard goed om te zien dat er op veel vlakken daadwerkelijke uitbreidingen komen en dat er veel aandacht is voor personeel en voor het “whole of society-principe”.
Defensie kan het in Nederland niet alleen, maar ook internationaal zijn en blijven we van velen afhankelijk. Als Defensie in het algemeen en de krijgsmacht in het bijzonder worden versterkt zal onze bijdrage aan de internationale verbanden, waaronder de NAVO, worden versterkt. En uiteindelijk is de kracht van (bijvoorbeeld) de NAVO het gegeven dat de gezamenlijke output en kracht altijd groter moeten zijn dan de som van de individuele mogelijkheden van alle landen afzonderlijk.
Ook goed om te constateren dat er veel aandacht is voor personeel en dat er geld is gelabeld voor zowel instroom als behoud. Met alleen materieel, materiaal en extra geld gaan we echter geen oorlog(en) winnen. En laat ik daar duidelijk in zijn, ik hoop dat we nooit een oorlog hoeven te winnen, maar zeker nooit meer een oorlog hoeven te verliezen. De essentie van een sterke(re) krijgsmacht (en dus Defensie) is immers de afschrikkende werking. De potentiële vijand moet inzien dat wij samen met onze partners zo sterk zijn dat hij het niet in zijn hoofd durft te halen om daadwerkelijk aan te vallen. Zo houden we de eventuele oorlogen ver van ons.
En nogmaals, dat gaat niet alleen met extra materieel, materiaal en geld. Daar hebben we bovenal, zowel kwantitatief als kwalitatief, meer personeel voor nodig. En dat is dan ook het deel waardoor mijn vrolijkheid over de Defensienota enigszins wordt getemperd. Als we binnen drie jaar ca. 50 tanks laten instromen is dat perfect. Maar waar halen we de bijbehorende ca. 300 militairen vandaan die we daarvoor nodig hebben? Van buiten in laten stromen lijkt niet reëel, en als we ze intern Defensie gaan opleiden en trainen gaat dat weer direct ten koste van de toch al veel te lage vulling van andere operationele eenheden.
En willen we die mensen daadwerkelijk stationeren in Duitsland? En hoe lang gaan we die mensen daar dan plaatsen? En hoe gaan we dan om met de regelingen dienaangaande? Buitenlandplaatsingen van meerdere jaren zijn vrij normaal, maar in principe voor een reguliere plaatsingsduur. Ik zie daar veel kansen, maar ook veel uitdagingen. Uitdagingen die we graag samen met Defensie willen aangaan, in het belang van personeel én organisatie.
Overigens is dit maar één voorbeeld. Voor al het nieuwe materiaal gelden vergelijkbare uitdagingen. Nieuwe schepen voor de Marine zijn broodnodig, maar als we nu al schepen tegen de kant leggen door een tekort aan personeel dan is daar ook nog wel wat te doen. En dat geldt uiteraard voor alle uitbreidingen.
Dat is dan ook een mooi bruggetje naar een andere discussie waarover u meer kunt lezen in deze editie van ACOM Journaal. Wat voor werkgever wil Defensie zijn als ze militairen wil tegenhouden op het moment dat ze naar een andere functie willen gaan? Of dat nu een bevordering is of iemand die graag een tijdje ‘paars’ wil werken in verband met een betere balans tussen werk en privé. Of simpelweg omdat men elders een mooie functie ziet. “De baas” is toch echt van mening dat hij/zij eenieder in die situatie kan beperken indien het dienstbelang daar om vraagt. Wij zien dat echt anders! Wij staan u graag (juridisch) bij als u daarmee geconfronteerd wordt.
Veel leesplezier en stay safe.