Voorwoord ACOM journaal juli 2020
Het was in alle opzichten weer een hectische maand voor Defensie, het Defensiepersoneel, maar ook voor mij als uw voorzitter.
De onzichtbare vijand corona lijkt aardig teruggedrongen maar voorzichtigheid blijft geboden. Men gaat langzaamaan weer ‘normaal’ aan het werk hoewel dat wel weer het ‘nieuwe normaal’ is. Ik hoop oprecht dat dit nieuwe normaal wel een momentopname is. Ik kan me namelijk moeilijk voorstellen dat we dit ‘nieuwe normaal’ allemaal daadwerkelijk gaan volhouden.
In ieder geval is de ondersteuning die Defensie gaf in binnen- en buitenland in het kader van corona, behoorlijk teruggebracht en worden langzamerhand steeds meer zaken opgestart. Opleidingen, opwerken, oefenen maar eigenlijk veel en veel meer. Goed maar ook noodzakelijk.
Defensie moet er immers staan als het erop aan komt. Dat was zo aan het begin van de corona-perikelen maar dat zal ook zo zijn als er onverhoopt een tweede golf komt. En uiteraard ook in andere situaties. Dat hebben we wederom gezien toen Defensie direct gevraagd werd om te ondersteunen bij andere zaken in het publieke belang. Defensie is, ook wat dit betreft, net als water uit de kraan: Iedereen verwacht dat het er domweg is als je de kraan opendraait, maar het mag niet te veel kosten.
Kosten en Defensie! Het blijft toch altijd weer ‘een dingetje’. 800.000 zorgmedewerkers krijgen, terecht!, een ‘coronabonus’ van € 1000,00 netto. Maar als er bij Defensie geld nodig is, al is het alleen maar om eindelijk eens een serieuze stap te kunnen zetten in de richting van de afgesproken 2% van het Bruto Binnenlands Product, geeft niemand thuis.
Goed, de coronabonus is vooralsnog eenmalig en de belofte van 2% BBP vraagt om een structurele verhoging van het Defensiebudget, maar ook die bonus voor het zorgpersoneel is serieus geld. Een kleine € 1.500.000.000 oftewel anderhalf miljard euro (met name doordat het een netto uitkering diende te worden en er derhalve sprake is van een eindheffing).
Ik heb mij, ook dit keer weer, verbaasd over overlegzaken. In positieve maar ook in negatieve zin. Door hard werken van velen zijn er, ondanks de beperkende ‘coronamaatregelen’, diverse reorganisatieplannen afgerond. Overigens denken wij wel wat anders over de effecten daarvan dan Defensie. Defensie zegt vaak dat we door de reorganisaties groeien, maar wij zien vaak het vullingspercentage dalen. Groeien kan immers alleen maar als er daadwerkelijk meer collega’s instromen en minder uitstromen. Door middel van reorganisatie creëren we anders slechts nieuwe maar lege stoelen.
En dan het ‘doorpruttelen’ in de Werkgroep arbeidsvoorwaarden om afspraken uit het laatste Arbeidsvoorwaardenakkoord uit te werken. Deze waren immers veel te laat op gang gekomen en ook inhoudelijk ging het er stroperig aan toe. Twee vergaderingen van het SOD om, op verzoek van alle bonden in de sector Defensie, de druk op te voeren, losten ook niets op. Het enige winstpuntje was dat de werkgever Defensie positief reageerde op onze oproep om de tijdelijke salaristabel te verlengen, en daar ook de 3,15% loonsverhoging aan toe te voegen per 1 juli 2020. Helaas initieel maar tot oktober, - maar het begin is er. Dat alles resulteerde in een vergadering op 9 juli om te bezien of verder onderhandelen nut zou hebben of dat de kwestie aan de Advies en arbitrage-commissie (AAC) moest worden voorgelegd. Alweer…
Overigens hadden wij graag dooronderhandeld met Defensie om te bekijken wat er wél mogelijk was per 1 juli maar de collega-bonden wilden liever naar de AAC. Hoe dat ons allen zou moeten helpen vraag ik mij nog steeds af. Onderhandelen over een aan arbeidsvoorwaarden gerelateerde afspraak horen de sociale partners immers te doen. Dat doet de AAC niet en ook de Tweede Kamer niet.
Al met al staat het reces of verlof voor de deur. Een moment van bezinning en een moment van rust. Ik wens u dan ook een heel goed, en bovenal gezond, verlof toe.
Voorwoord ACOM Journaal juni 2020
Er is weer veel om over te schrijven deze afgelopen periode. Uiteraard speelt er veel in de hele wereld rondom corona en de beperkingen die dat voor iedereen oplevert. Die beperkingen zijn voor eenieder vervelend maar laten we vooral niet vergeten dat léven met de beperkingen veroorzaakt door deze pandemie vele malen minder erg is dan het krijgen van corona.
Volgens vele berichten zijn er overigens ook veel mensen die daar geen, of nagenoeg geen, last van hebben, Maar ook vele mensen hebben er ernstig last van, worden opgenomen in het ziekenhuis dan wel overlijden eraan. Dan zijn we toch gezegend als we alleen maar last hebben van de beperkingen als gevolg van het virus. Dit is immers een belangrijk onderdeel van het bestrijden van deze onzichtbare vijand.
Los van voornoemde beperkingen heeft een organisatie als Defensie natuurlijk ook op andere manieren te maken met corona en de effecten daarvan. Ze is immers één van de vitale sectoren en het personeel dat voor Defensie werkzaam is heeft daar in groten getale mee te maken gehad. Aan de ene kant werd en wordt steeds duidelijker dat Defensie doorgaat waar anderen doorgaans stoppen. Iets wat in deze overigens voor veel meer cruciale sectoren geldt!
Maar bij Defensie is dat niet alleen in de directe operationele inzet en de daadwerkelijke ondersteuning van bijvoorbeeld de zorg, waar de geboden hulp enorm gewaardeerd werd en wordt. Ook op andere vlakken en in alle delen van het Koninkrijk werden militairen ingezet. Maar we moeten ook door blijven gaan. Een belangrijk element in de kracht van Defensie zit immers in het doorzettingsvermogen en daartoe zijn (gelukkig) ook geleidelijk aan steeds meer opleidingen opgestart of hervat. Het is natuurlijk van groot belang dat dit zo veilig als mogelijk moet gebeuren. Het spreekt voor zich dat daarbij dan ook de medezeggenschap wordt betrokken. Ondanks dat werd de laatste tijd snel duidelijk wat hierdoor, geheel in de lijn met de verwachtingen, gebeurde: de uitstroom van personeel ging gestaag door terwijl de instroom stagneerde. Het aantal vacatures is daardoor vermoedelijk nog meer toegenomen. Triest maar waar.
Overigens werd, zoals al aangegeven, door velen de ondersteuning door Defensie enorm gewaardeerd, - ondersteuning die op vele plaatsen het verschil maakte. Maar waar dat ons gaat brengen is uiteraard totaal ongewis. Defensie is voor velen immers net als water uit de kraan. Het is als een vanzelfsprekendheid, het moet er zijn als de vraag er is en het mag niks kosten. De rekening veroorzaakt door corona zal immens zijn en zal uiteindelijk “gewoon” betaald moeten worden. Vaak als er “rekeningen betaald” moeten worden kijken velen toch weer naar Defensie, en ik vraag mij oprecht af of men dan nog beseft dat Defensie, net als water uit de kraan, geen vanzelfsprekendheid is en wel degelijk geld kost. Veiligheid heeft immers wel een prijs.
Ook viel het op dat de Tweede Kamer regelmatig aandacht had voor Defensie. Helaas niet altijd (en dat is nogal een understatement) over onderwerpen die wat ons betreft op de agenda zouden moeten staan of komen. Defensie is niet eens in staat om de grondwettelijke taken van de krijgsmacht uit te voeren en heeft te maken met bijna 10.000 vacatures.
Er zouden per 1 juli 2020 vervolgstappen gezet moeten worden betreffende het nieuwe bezoldigingsstelsel voor militairen. Maar op 5 juni jl. hebben de sociale partners moeten constateren dat er tussen de standpunten van de bonden en Defensie een (op dat moment) onoverbrugbare kloof lag. Op naar het SOD dan maar en hopelijk zit de staatssecretaris dan voor en komt ze met een lumineus plan om de gemaakte afspraken per 1 juli alsnog waar te kunnen maken.
Zo vliegt de tijd en rest mij nog slechts één vraag: wat voor werkgever wil Defensie nu zijn? En, en dat is misschien nog wel belangrijker, wat heeft de regering dan wel de Tweede Kamer over voor Defensie. Op dit moment is er immers een dusdanig beperkt budget dat we zelfs hoognodige materieelinvesteringen moeten uitstellen om noodzakelijke (herstel)werkzaamheden aan het vastgoed te kunnen uitvoeren.
En zoals altijd lijkt het er dan wel erg veel op dat het personeel van Defensie weer als laatste genoemd wordt op het prioriteitenlijstje. Wat zou het toch mooi zijn als het goud van de organisatie, het Defensiepersoneel, eindelijk eens echt op één zou staan.
Blijf gezond!