Voorwoord ACOM Journaal juni 2019
Op vele manieren bereiken mij signalen van leden waarin ongenoegen wordt geuit over het gegeven dat er nog steeds geen arbeidsvoorwaarden- onderhandelaars-resultaat ligt.
Begrijpelijke reacties, het duurt immers veel te lang en er wordt maar mondjesmaat informatie naar buiten gebracht. Ook in dit nummer van het ACOM Journaal zult u daar weinig over lezen. We zijn immers nog in gesprek en een broedende kip moet men niet storen.
Wat mij betreft is de intentie echter nog steeds om voor de zomer bij u langs te komen om een eventueel resultaat uit te leggen en om uw mening te vragen. En daarbij hoop ik oprecht dat dit dan een resultaat is dat door alle partijen aan tafel omarmd is.
Want laat ik daar helder in zijn, u heeft recht op een arbeidsvoorwaardenakkoord waar respect en waardering uit blijkt. Er ligt nu “niks” sinds 1 oktober 2018 en dat helpt niemand. Het helpt u niet in de portemonnee en het helpt de organisatie niet in het kader van goed werkgeverschap.
De uitstroom van personeel is catastrofaal en de inzet van de krijgsmacht komt steeds verder onder druk. Een arbeidsvoorwaardenakkoord zou zeker bijdragen aan het ombuigen van deze negatieve spiraal.
Dan speelt er ook nog het nodige aangaande een pensioenakkoord. De drie “grote” groepen vertegenwoordigers van de werknemers (vakcentrales) hebben samen met andere partijen een principeakkoord gesloten. Ook dienaangaande waren de verwachtingen hooggespannen en ook daar speelt op het moment dat ik dit schrijf een “achterbanraadpleging”.
Waar dit ons gaat brengen is dus nog ongewis, maar als het wordt omgezet in een definitief akkoord gaan er wel weer zaken veranderen, en er speelde al zoveel op dat dossier.
Zo waren de verwachtingen onder andere hooggespannen aangaande de rekenrente, en daar stond helemaal niets over in het principeakkoord. Wel werd duidelijk dat, als het akkoord definitief wordt, er sneller geïndexeerd en gekort wordt als daar aanleiding toe is. Ook veranderen er dan zaken zoals de doorsneesystematiek, van invloed op de premieverdeling, en op de strafheffing voor vroegpensioen. Dat laatste is uiteraard voor Defensie een heel interessant onderwerp hoewel de effecten daarvan op dit moment nog niet helemaal duidelijk zijn.
Op 12 juni werd bekend dat de pensioenfondsen met ingang van januari 2021 moeten gaan rekenen met een nóg lagere rekenrente! Daardoor worden de dekkingsgraden van de pensioenen, dus ook bij het ABP, nog lager terwijl het geld tegen de plinten klotst. Als het voornoemde pensioenakkoord dan ook een definitief akkoord wordt dan is vanaf 2021 de kans op korten groter!
Ik hoop oprecht u binnenkort in het (buiten)land te mogen ontmoeten en met u in gesprek te kunnen gaan over al deze onderwerpen, maar bovenal om uw mening te horen over een arbeidsvoorwaarden-onderhandelaarsresultaat.
Ik blijf mij, samen met uw onderhandelaar, ervoor inzetten om zo snel mogelijk te komen tot een goed resultaat. En zoals te doen gebruikelijk is het dan aan u allen om daar een oordeel over te vellen.
Voorwoord ACOM Journaal mei 2019
In het vorige nummer van het ACOM Journaal begon ik mijn voorwoord met de opmerking dat het op het moment van schrijven een herfstachtige dag was. Niet alleen qua weer, maar ook qua gevoel. Het was koel en somber en bij tijd en wijle zelfs guur.
Op de vroege morgen dat ik dit (mei-)voorwoord zit te schrijven, tjilpen de vogeltjes en komt de zon langzaam op. Maar het weer is deze week wisselend: Redelijk warme dagen met veel zon, maar er zijn ook dagen voorspeld met een temperatuur van net boven het vriespunt en bovendien kans op onweer, hagel en zelfs natte sneeuw.
Dat komt dan wel weer overeen met het overheersende gevoel. In het Sector Overleg Defensie op 23 april hebben wij, samen met alle zusterorganisaties, wederom het overleg moeten opschorten. Sterker nog, ditmaal is ook het vertrouwen opgezegd in de minister in haar rol als werkgever.
Dat gebeurt niet zomaar en daar zijn dan ook goede redenen voor. Allereerst bleek dat Defensie meende een fantastisch pakket aan verbeteringen voor ogen te hebben aangaande de arbeidsvoorwaarden, - een pakket waar wij ons volstrekt niet in herkenden.
Een groter onverteerbaar element voor ons was het gegeven dat de minister (gegeven de portefeuilleverdeling in de praktijk: de staatssecretaris) in de vergadering alle door ons, maar ook door de vertegenwoordigers van de andere bonden, aangedragen punten wegwuifde en/of bagatelliseerde.
Ook was er weer een kwestie over de communicatie. De bonden hebben op 16 april jl. het moment en de inhoud van de communicatie met Defensie afgestemd. Maar in de ochtend van de 17e april meende Defensie toch weer, zonder enige afstemming met of instemming van de bonden, eenzijdig te moeten gaan communiceren. Sterker nog, wij hadden aangegeven niet in te kunnen stemmen met deze communicatie.
De laatste vergadering van de Werkgroep Arbeidsvoorwaarden was vastgesteld op 16 april. Dat was dan ook het moment waarop alles op tafel had moeten liggen zodat de onderhandelaars konden bezien of dat zou kunnen leiden tot een onderhandelingsresultaat.
Voor ons dus een moment om de “knopen te tellen”. Dat tellen was snel klaar. Er waren te weinig knopen en de knopen die er waren bleken te klein voor de bijbehorende knoopsgaten of hingen aan een enkel draadje. Dan is er echt geen basis voor verder overleg. Defensie vond van wel, maar een en ander openbaar maken durfde men kennelijk toch niet aan.
Toen de minister vervolgens stelselmatig bleef weigeren in te stemmen met ons verzoek om wat er op tafel lag openbaar te maken was het voor alle bonden gedaan. Het is immers hoog tijd om het Defensiepersoneel daadwerkelijk op 1 te zetten. Dat doe je niet in een Defensienota maar met een arbeidsvoorwaardenpakket waar respect en waardering uit blijkt. Elke dag dat dit er niet ligt is een verloren dag voor Defensie. Want elke dag weer Vertrekken ervaren collegae en worden de tekorten groter.
Of het helpt zal de tijd moeten leren, maar voor mij was dit in ieder geval een goede reden om zelf wel transparant te zijn en de inzet van de ACOM bekend te maken. Dan weet u waar wij voor gaan. Wat Defensie daar tegenover stelt zal men vast niet openbaar maken, maar dan kent u in ieder geval onze kant van het verhaal.
Ik wens u dan ook, zowel qua weer als qua gevoel, op zeer korte termijn een zeer warme zomer toe.