Voorwoord ACOM Journaal juli 2024
Zo vlak voor het zomerverlof is het altijd hectisch, en dit jaar nog meer dan anders.
Rond 29 juni, de verjaardag van wijlen prins Bernhard, is op een zaterdag altijd Veteranendag. Voor mij als voorzitter van de ACOM, als mens, maar ook als veteraan altijd een indrukwekkende dag. Een dag met een dubbel gevoel: we tonen ons aller respect en waardering aan alle veteranen en dat deden we dit jaar “al” voor de twintigste keer op Veteranendag.
“Al” is in dit opzicht de reden voor het dubbele gevoel. Formeel is dit dus de twintigste kalenderdag dat we op deze manier de veteranen, in de ruimste zin des woords, ons aller respect en waardering tonen. Maar, wat mij betreft verdienen ze dat elke dag. Vanaf de dag dat ze de veteranenstatus verdiend hebben, tot de dag dat we ze uit onze gedachten hebben laten vervagen. En dat laatste mag niet gebeuren. We mogen nooit vergeten wat de veteranen hebben gedaan om die status te verdienen en welke risico’s daaraan verbonden waren.
Dit jaar was de periode zo vlak voor het reces toch ook wel anders dan anders en daardoor in meerdere opzichten nog hectischer. “Toeval” bestaat niet, of toch wel? Uiteraard gebeurt er veel in de wereld om ons heen en dat is groter dan Defensie. Zo is inmiddels duidelijk geworden dat Nederland de coalitie voor 'F-16-capaciteit Oekraïne' gaat leiden en dat er inmiddels een exportvergunning is afgegeven voor Nederlandse F-16’s. Die kunnen dus zeer binnenkort naar Oekraïne en dat is hard nodig.
Oekraïne vecht ook (en misschien wel vooral) ónze oorlog, en die mogen ze niet verliezen. Ik ben dan ook verheugd dat in het coalitieakkoord is aangegeven dat Nederland Oekraïne blijft steunen, hoewel dat niet echt concreet is. De woorden “Nederland blijft Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel steunen tegen de Russische agressie” wekken bij mij echter hoge verwachtingen.
Op de dag dat het stokje werd gewisseld tussen de vertrekkende en de komende bewindspersonen heb ik namens onze leden mijn handtekening mogen zetten onder het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2025-2026 voor Defensie, - daar leest u elders meer over in dit nummer van ACOM Journaal. Maar ook langs deze weg wil ik mijn dank en waardering uitspreken aan Christophe van der Maat, de staatssecretaris en Kajsa Ollongren, de minister van Defensie. Zij hebben dit immers mogelijk gemaakt, niet voor een mooie foto aan het einde van hun bewindsperiode of omdat het mooi staat op hun palmares, maar omdat zij, net als ik, van mening waren dat het personeel daar recht op heeft.
Met het gaan van bewindspersonen is er doorgaans ook een komen van bewindspersonen. Op de dag van de installatie door de koning heeft Gijs Tuinman, de nieuwe staatssecretaris van Defensie, direct tijd gemaakt voor een eerste (hernieuwde) kennismaking met de vertegenwoordigers van de vakbonden, en dat is wat mij betreft een goed teken. We hebben als sociale partners in de sector Defensie immers een groot gezamenlijk belang: Defensie in het algemeen en het defensiepersoneel in het bijzonder. Er moet nog veel gebeuren en dat gaat nu eenmaal beter als we dat gezamenlijk doen.
Ik wens Ruben Brekelmans, de nieuwe minister van Defensie, en Gijs Tuinman dan ook veel succes en plezier toe in deze functie en ik vertrouw erop dat ze me weten te vinden als dat nodig is.
U allen wens ik een goed verlof toe en voor de mensen die door (moeten) werken, waar dan ook ter wereld, zou ik willen stellen: maak het verschil en stay safe.
Voorwoord ACOM Journaal juni 2024
“Toeval” bestaat niet, of toch wel?
Op het moment dat ik dit artikel schrijf kan ik refereren aan allerlei uiteenlopende “toevalligheden”. Zo hebben we recentelijk in alle stilte en vertrouwelijkheid als sociale partners in de sector Defensie gewerkt aan een onderhandelaarsresultaat arbeidsvoorwaarden voor de sector Defensie. Elders in dit ACOM Journaal leest u daar meer over.
“Toevallig” is dat resultaat naar buiten gekomen op een moment dat er nog een ledenraadpleging gehouden kan worden op een dusdanige wijze en in een dusdanige periode dat een en ander, als de achterbannen van de bonden dat willen, voor het zomerreces kan worden omgezet in een akkoord. “Toevallig” kreeg en krijg ik heel veel signalen van mensen die stomverbaasd aangeven dat ze dit resultaat niet zagen aankomen. Ook “toevallig” gaan de belanghebbenden er al dit jaar iets van merken rechtsonder op de loonstrook. Naast de eenmalige uitkering in september wordt met incidentele middelen de salarisverhoging van 5% per 1 januari a.s. al op 1 oktober dit jaar merkbaar in de portemonnee.
Ook op andere vlakken de nodige toevalligheden. De Verenigde Staten hebben nog maar net bekend gemaakt dat, zij het beperkt, Amerikaanse wapens die zij verstrekt hebben aan Oekraïne, mogen worden ingezet in Rusland. En ja hoor, “toevallig” komt naar buiten dat Poetins bergpaleis in de Russische republiek Altaj grotendeels door een brand verloren is gegaan. Vanuit Rusland weinig nieuws dienaangaande maar er zal ongetwijfeld iemand “toevallig” hebben staan roken op de verkeerde plek.
Recentelijke werden door Defensie ook weer wat brieven aan de Tweede Kamer gestuurd. Dat is overigens nooit “toevallig”, dat is schering en inslag en vergt een behoorlijke hoeveelheid arbeidspotentieel van de medewerkers van Defensie. Diezelfde capaciteit kan dan uiteraard niet ingezet worden voor het uitwerken van nieuw beleid of het aanpassen van bestaand beleid. Maar qua inhoud staan er wel eens wat “toevallige” opmerkingen in die brieven.
Zo werd in de Kamerbrief van 15 mei jl. aangegeven dat uit onderzoek is gebleken dat de gegarandeerde beschikbaarheid van reservisten juridisch zou zijn verankerd en dat daarvoor geen aanvullende wetgeving benodigd is. “Toevallig” vragen wij daar al jaren om en komen wij niet verder dan dat dit uitsluitend in geval van een oorlog geregeld is. Men heeft de Kamer in dezelfde brief overigens toegezegd dat de staatssecretaris daar later dit jaar uitgebreid op terugkomt. “Toevallig” wordt nu een nieuw kabinet gevormd en is de huidige staatssecretaris derhalve demissionair.
Onlangs gaf de staatssecretaris van Defensie aan dat we zouden gaan spreken over dientijd. “Toevallig” heette dientijd tot voor kort nog dienjaar. Hoewel we daarover in formele zin inhoudelijk nooit hebben gesproken is het wel opvallend dat “toevallig” dienjaar een dientijd wordt terwijl er nog niets is geregeld aangaande de rechtspositie.
In een aanzienlijk aantal landen om ons heen, wordt “toevallig” geopperd om de dienstplicht dan wel opkomstplicht te herstellen. In het Nederlandse coalitieakkoord wordt “toevallig” geopperd om de maatschappelijke dienstplicht af te schaffen. Ik heb geen idee of “toeval” al dan niet bestaat, maar ik heb wel beeld bij de opmerking van de filosoof en vrijdenker Voltaire (François Marie Arouet):
“Toeval bestaat niet. Zo noemen we een gevolg van een oorzaak die we niet zien.”