2018-11-23_Jan_Kropf_

Voorwoord ACOM Journaal juni 2023

Uw voorzitter

De laatste maanden stonden in mijn voorwoorden doorgaans zaken die betrekking hadden op de oorlog in Oekraïne. Hoewel ik in dit voorwoord vooral iets met u wil delen over andere zaken, is voor alles, direct of indirect wel een relatie te vinden met die onmenselijke oorlog aan de rand van Europa.

Op het moment dat ik dit voorwoord schrijf is duidelijk geworden dat er een grote dam is “doorbroken” nabij de bezette stad Nova Kachovka in Oekraïne. Hierdoor stijgt het waterpeil van de rivier de Dnjepr in de Oekraïense provincie Cherson in hoog tempo en dreigt er in vele opzichten een menselijke catastrofe. Sommigen geven aan dat er ook een natuurlijke oorzaak kan zijn voor deze damdoorbraak, - ik persoonlijk houd het vooralsnog op de zoveelste oorlogsmisdaad van een niets ontziende aanvaller.

Zoals ik al aangaf wil ik proberen meer aandacht te schenken aan andere zaken in mijn voorwoord van deze maand. En dat is bijvoorbeeld de wijze waarop Defensie in het nieuws is gekomen enerzijds (en nee, dan heb ik het niet over BBQ’s of cursussen) en anderzijds waar ik mij in dezen zorgen over maak.

Deze week kwamen er op (min of meer) hetzelfde moment meerdere berichten naar buiten over materieel dat door Defensie is aangeschaft, of door keuzes die gemaakt worden. Hoewel wij er als vakbond niet direct over gaan, is het van groot belang dat onze militairen, en uiteraard de burgermedewerkers van Defensie, er recht op hebben om hun taken te kunnen en mogen uitvoeren met up to date materieel en uitrustingen. Daar zag ik, ook in dit geval, mooie voorbeelden van.

Zo werd bekend dat Defensie de vervanging van zowel de luchtverdediging op de korte als op de middellange afstand, heeft doorgezet (levering volgens planning van 2026 tot 2028). Er zijn 14 nieuwe helikopters van het type H225M Caracal besteld bij Airbus. Deze toestellen zullen bestemd zijn voor de Special Operations Forces (SOF) en ze volgen de Cougar-transporthelikopters op (levering volgens planning begin 2028). Om te voorkomen dat er een gat ontstaat in de helikoptercapaciteit voor de SOF wordt nu op de huidige twaalf Cougars een verbeterproject uitgevoerd waardoor de operationele levensduur van deze toestellen verlengd wordt tot medio 2030.

Ook werd bekend gemaakt dat Defensie, doordat er inmiddels voor miljarden aan extra munitie is besteld, het noodzakelijk acht om drie munitiedepots die zouden worden afgestoten toch aan te houden. Overigens mag ook in dit geval duidelijk zijn dat daar vast weer de nodige aanpassingen noodzakelijk zullen zijn, - maar de symbolische kogel is in deze wel door de kerk.

Toch baren deze zaken mij ook zorgen. Enerzijds wordt maar weer eens duidelijk dat door de oorlog in Oekraïne Nederland zeker niet de enige is die weer wil investeren in defensie en de voorraden op peil wil brengen. Als we daarnaast zien (voor zover dat zichtbaar is) wat er in de oorlog in Oekraïne, naast de vele doden en gewonden en infrastructuur, verloren gaat aan materieel, materiaal en munitie, is het helder dat de prijzen enorm stijgen en de levertijden stevig oplopen.

Belangrijker nog is wellicht dat ik hier telkens zie hoeveel er wordt besteed aan materieel, materiaal, munitie en infrastructuur. Maar zonder het kostbaarste bezit van Defensie, het personeel, kunnen we er niks mee. Ik wil dan ook weer een noodoproep doen om vooral snel te komen met een antwoord op de vraag wat voor werkgever Defensie wil zijn. Kom vooral ook met nieuwe en verdergaande investeringen in het personeel in het algemeen. Het laatste arbeidsvoorwaardenakkoord was een eerste stap in de juiste richting, maar we zijn er nog lang niet.

Als Defensie daadwerkelijk wil groeien moeten er kwantitatief en kwalitatief mensen bijkomen, - geen “stoelen” die toch niet gevuld kunnen worden. En als we meer personeel willen hebben binnen Defensie gaat het niet alleen om de aantallen (kwantitatief) maar ook om de kwaliteiten. En een belangrijke kwaliteit daarbij is kennis én ervaring. Dus zorg voor de juiste instroom, maar ook vooral voor het behoud van personeel.

Voorwoord ACOM Journaal mei 2023

De maand mei is voor mij, maar waarschijnlijk ook voor u allen, een heel bijzondere maand. Als voorzitter van de ACOM, als oud-militair en veteraan, als Nederlander, maar voor alles, als vrij mens.
Mij is altijd met de paplepel ingegeven dat vrijheid nooit vanzelfsprekend, gratis of vrijblijvend is. Dan spreekt het voor zich dat we nooit en te nimmer mogen vergeten hoe kostbaar die vrijheid is. Die vrijheid koester ik elke dag in het algemeen en met de Dodenherdenking op 4 mei in het bijzonder.
Opdat we nooit mogen vergeten dat er zoveel mensen zijn geweest die het hoogste offer hebben gebracht voor die zwaarbevochten vrijheid. Die offers, die militairen, verzetsstrijders en vele anderen hebben gebracht mogen we nooit vergeten en die mensen dienen we te herdenken en eeuwig dankbaar te zijn. Ik beschouw het dan ook als een eer om één of meer herdenkingen bij te mogen wonen en daar een krans te mogen leggen.
Daarbij gebruik ik de stilte om 8 uur ’s avonds altijd om deze zwaarbevochten vrijheid die ik zo koester te overdenken. Zolang ik mij kan herinneren is dat een rollercoaster aan gedachten en emoties. Dankbaarheid voor de vrijheid die ik koester, respect en waardering voor alle mensen die in de oorlogen en missies hebben gestreden voor die vrijheid en de velen die daarbij het hoogste offer hebben gebracht of daar lichamelijk of geestelijk door beschadigd zijn geraakt. Maar ook de velen die partners of dierbaren hebben verloren of beschadigd hebben zien raken. Daarnaast is er ook altijd de hoop in mijn gedachten dat we dit nooit meer hoeven mee te maken. Herdenken moeten we tot in lengte van dagen, - net als blijven hopen dat wij en de mensen na ons dit nooit meer hoeven mee te maken.

Lest we forget!

En dan, als ik na een aantal minuten weer merk dat de stilte in steeds ruimere mate wordt onderbroken gaan we weer verder met de waan van de dag. Een waan van de dag inclusief de wetenschap dat er aan de rand van het Europese continent een oorlog is. De Oekraïners die heldhaftig strijden tegen de Russische agressor om óók de door ons zo gekoesterde vrijheid voor de toekomst zeker te stellen. Naar mijn persoonlijke mening vechten zij ook ónze oorlog. Het is en blijft dan ook van groot belang dat Nederland, en alle andere landen die dat nu ook doen, de Oekraïners blijven steunen en ondersteunen in die zo belangrijke strijd.
In de ochtend van de Dodenherdenking werd het gerucht bevestigd dat president Zelensky van Oekraïne Nederland op die dag met een bezoek zou vereren. Voor velen een bevestiging van de nauwe relatie tussen Nederland en Oekraïne en van groot belang, ongeacht de dag waarop dit bezoek plaatsvond. Ook vonden velen het een mooie geste dat hij juist op de dag van onze Dodenherdenking Nederland bezocht; net zo goed als er velen waren die het bezoek waardeerden maar dat liever op een andere dag hadden zien plaatsvinden.

Uiteraard zijn er ook mensen die een heel andere mening hebben over dit bevriende staatshoofd en zijn bezoek aan Nederland. Velen vielen ook over een (of meerdere) tweet(s) van een niet nader te noemen Tweede Kamerlid dat aangaf niet met de Oekraïnse president in gesprek te gaan op die dag omdat 4 mei ónze Nationale Dodenherdenking is. Wat ik daar inhoudelijk van vind is niet zo van belang. Maar wat ik wel belangrijk vind is dat wij in Nederland een dusdanige vrijheid genieten dat we die verschillende meningen kunnen hebben en uiten. Dat we daarover in gesprek kunnen gaan en ook na een gesprek van mening kunnen (blijven) verschillen. Ook dat is vrijheid!

Stay safe.