2018-11-23_Jan_Kropf_

Voorwoord ACOM Journaal september 2023

Uw voorzitter

Voor velen van u ligt het welverdiende zomerreces inmiddels achter de rug, en ik hoop oprecht dat u, samen met uw geliefden of naasten, heeft kunnen genieten van een welverdiende vakantie. Voor velen van u is het uiteraard ook zo dat er geen of minder gelegenheid is geweest om verlof op te nemen. Dit omdat het werk van de mensen die werkzaam zijn voor Defensie in het algemeen, en de krijgsmacht in het bijzonder nooit stil staat. Daar worden we dagelijks mee geconfronteerd.

Des te belangrijker is het dan ook om continu oog te houden voor de (on)balans tussen werk en privé, niet alleen van uzelf, maar ook voor uw collegae en, indien van toepassing, uw ondergeschikten en werknemers.

We krijgen nog steeds, en steeds vaker, melding van mensen die op allerlei oneigenlijke manieren opgeroepen worden om werkzaamheden te verrichten (zonder dat er zelfs sprake is van een consignatie of iets soortgelijks). Of van mensen die, al dan niet op zeer korte termijn, op een andere locatie ‘tijdelijk worden tewerkgesteld’ (worden ‘ge-TTW-eed’) om “uit te helpen”. Regelmatig wordt hierbij dan ook op allerlei manieren de regelgeving “terzijde geschoven” en zelfs formele wetgeving overtreden.

Laat ik daar toch vooral duidelijk in zijn: wet- en regelgeving zijn er niet voor niets. Die zijn er om zekerheden in te bouwen en de grenzen af te bakenen van wat we mogen en kunnen doen. Dat geldt zeker voor wet- en regelgeving die betrekking heeft op veiligheid en werk- en rusttijden. Dooddoeners als “maar de mensen willen het ook zo graag” of, ”het zijn nu eenmaal militairen, - dan ligt dat anders”, kunnen nooit een vrijbrief zijn om wet- en regelgeving terzijde te schuiven. En het is ook, en daar zijn al meerdere malen afspraken over gemaakt, niet toegestaan om een groep mensen in de “toelage meerdaagse activiteiten” te zetten om zo de ATW (of het AMAR dienaangaande) terzijde te kunnen schuiven.

Ook mensen van uw bond, de zusterbonden en Defensie hebben niet allemaal stilgezeten tijdens het zomerreces. Elders in dit ACOM Journaal kunt u lezen dat de afspraak over de “vaste aanstellingen voor manschappen en korporaals” is geconcretiseerd. Ik ben daar oprecht blij mee en krijg ook veel positieve reacties uit “het land”. Niet alleen van de direct betrokkenen maar ook van leidinggevenden in uiteenlopende rangen en schalen.

Ik hoop en verwacht dat dit een positief effect zal hebben op het terugdringen van de uitstroom, maar ik vind het nog belangrijker dat er, naar mijn bescheiden mening, respect en waardering spreekt uit een vaste aanstelling. Het gaat ook hier immers om een (zeer aanzienlijk) aantal mensen die goed gemotiveerd en uitstekend opgeleid zijn voor een baan als militair. Die verdienen simpelweg een vaste aanstelling. Ik wil dan ook hierbij mijn dank uitspreken naar alle betrokkenen, zowel van de zijde van de bonden als Defensie. Het ging niet vanzelf, er is hard aan gewerkt, maar we hebben het wel gefikst.

Wat mij betreft is dat een mooie mijlpaal, maar we zijn er nog niet. Er staan nog veel meer zaken in het laatste AVW-akkoord die nog moeten worden uitgewerkt en een deel daarvan zal, wederom naar mijn bescheiden mening, een positief effect hebben op het terugdringen van de uitstroom, en wellicht zelfs op het verhogen van de instroom.

Wat mij betreft pakken we als volgende “biggie” de “alternatieve aanstellingsvorm” op. Wellicht ontkomen we dan ook eens een keer aan het inhuren van oud-collegae via een extern bureau om, door middel van die schimmige constructies, te worden ingezet voor militaire werkzaamheden.

Last but not least ligt er nóg een grote opdracht, en ook die heeft betrekking op het respect en de waardering waar het personeel van Defensie recht op heeft: het vervolg op het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021 -2023. Zoals u weet hechten wij er groot belang aan om u te vragen wat u vindt van een voor te leggen arbeidsvoorwaardenresultaat dat aansluit op het laatst bereikte arbeidsvoorwaardenakkoord.

En dat willen we graag doen op een dusdanig moment dat dit een keer gebeurt voordat het laatst afgesloten akkoord verloopt. Ook dat zal zeker niet vanzelf gaan en daar zal hard aan gewerkt moeten worden de komende tijd. Dat zullen we uiteraard ook doen en wat dat aangaat heeft dat voor ons toch echt de allerhoogste prioriteit. En laten we daar dan ook maar duidelijk over zijn: zonder geld geen Zwitsers.

Voorwoord ACOM Journaal juli 2023

Uw voorzitter

Voor velen staat de zomervakantie voor de deur maar voor veel anderen is het binnen Defensie “just another day at the office”. Vrede en veiligheid staan immers nooit stil en bieden geen ruimte voor verlof of een reces. Mijn gedachten, respect en waardering gaan dan ook vooral uit naar diegenen die ook de komende tijd, terwijl anderen van een welverdiend verlof kunnen genieten, doorgaan met de vele vormen van inzet of beschikbaarheid om op het moment dat het ertoe doet het verschil te maken. Ook van mij zal gedurende de recesperiode ongetwijfeld het nodige verwacht worden. De wereld draait in het algemeen (gelukkig) gewoon door en dat geldt in het bijzonder ook voor Defensie.

Zo is er inmiddels een inzetbrief arbeidsvoorwaarden van Defensie verschenen. We zullen ons derhalve goed moeten voorbereiden op de daadwerkelijke onderhandelingen voor de nieuwe arbeidsvoorwaarden. Hoewel we over de inzetbrief gematigd positief zijn baart met name de toevoeging “binnen de beschikbare loonruimte en rekening houdend met andere arbeidsvoorwaardelijke keuzes, krachtig inzetten op loonontwikkeling” - nadat Defensie aangeeft de inflatie niet op te kunnen lossen, maar wel het negatieve effect van die inflatie zoveel mogelijk tegemoet te komen -, mij ernstig zorgen.

In de landelijke (en internationale) pers komen steeds meer berichten naar buiten over wat Defensie allemaal zou willen aanschaffen en dat daar toch vooral (weer) extra geld voor beschikbaar moet komen. Op zich valide argumenten en noodzakelijk materieel als we zien wat de staat van Defensie is en wat we zouden moeten (of willen) leveren als het er op aankomt.

Zo hebben we in de pers kunnen lezen dat er zelfs weer nagedacht wordt over het aanschaffen van eigen tanks en maritieme patrouillevliegtuigen. Allemaal prima discussies en materieel dat Defensie goed zou kunnen gebruiken en inzetten. Maar ook dat soort materieel vraagt nog steeds om serieuze aantallen personeel. Ik vraag mij toch oprecht af of we voldoende mensen kunnen werven en vooral behouden als we vooral inzetten op materieel en niet op personeel. Dat blijft toch een typische catch-22-situatie.

Voor mij is het evident dat we, gezien de oplopende uitstroom en teruglopende of achterblijvende instroom onder militairen, echt serieus zaken moeten oppakken om te zorgen voor een betere vulling bij Defensie in het algemeen; voor de krijgsmacht in het bijzonder. En dat gaat uiteraard niet alleen om “extra geld”, hoewel dat zeker een belangrijk element is. We moeten ook nog maar eens kijken wat we kunnen doen en hoe snel.

De basis moet op orde zijn, want iedereen merkt de sterk stijgende prijzen (in de portemonnee). Men ziet ook dat “in de wereld om ons heen” de lonen snel en serieus verhoogd worden. En dat maakt de stap naar buiten voor velen steeds interessanter.

Maar ook de diverse wijzen van operationele inzet en de uiteenlopende beschikbaarheidsvormen zullen nog eens tegen het licht gehouden moeten worden. Is de impact van hetgeen we van mensen vragen nog wel in verhouding met de vergoeding die daar tegenover staat? Om nog maar niet te spreken over de diverse notices waar mensen helemaal niets voor krijgen. In die gevallen is het hoe dan ook duidelijk dat de verhouding tussen wat we van mensen vragen en de vergoeding die Defensie daarvoor geeft, scheef is.

Ook de beloning van het burgerpersoneel dient (eindelijk) waar nodig gecorrigeerd te worden, wat mij terugbrengt bij de eerder aangehaalde quote uit de inzetbrief van Defensie. Hoe groot is die “beschikbare loonruimte” dan? Beseft Defensie wel dat het op personeelsgebied inmiddels geen 2 voor 12 is maar eerder 2 ná 12? Maar we zullen ook moeten doorpakken op het gebied van vaste aanstellingen voor manschappen en korporaals en moeten zorgen voor een betere balans tussen werk en privé om maar een paar veelgehoorde zorgpunten te noemen.

We moeten dus nog maar eens kijken wat we kunnen doen en hoe snel. Want het gaat naar mijn mening niet alleen om een totaalpakket aan arbeidsvoorwaarden voor de sector Defensie waar respect en waardering uitspreekt, maar ook om een tijdig pakket.

Wat mij betreft zou er geen discussie mogen zijn over het moment waarop we u een onderhandelingsresultaat zullen voorleggen. Dat zou uiterlijk medio oktober 2023 moeten zijn zodat het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord, als de leden van de bonden instemmen met het voorgelegde resultaat, bekend is voordat het huidige arbeidsvoorwaardenakkoord afloopt.