Mexicaanse Hond juli 2021

Last Updated on 8 juli 2021, 14:15 by

‘Slet’, ‘matras’, ‘prooi’! “Kent u die uitdrukkingen dames en heren”, zou dominee Eppe Gremdaat* vragen. Slet, matras, prooi. Het is kennelijk dagelijkse kost op het menu en in het zorgwekkend verschraalde vocabulaire van de spijkerbroekstudenten op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in de voormalige garnizoensstad en vesting Breda.

“Machocultuur, grensoverschrijdend gedrag en sociaal onveilige situaties” veroorzaken een “giftige sfeer” op het Kasteel, blijkens een scriptie (De KMA raad ik mijn toekomstige dochter niet eens aan) van een adspirant officier. De auteur sprak voor haar thesis met een aantal van haar mannelijke en vrouwelijke collega-officieren in spé.

In ACOM Journaal zijn in de loop der tijd tal van interviews verschenen met evenzovele ‘gouverneurs’ van de KMA, – later commandanten van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA). Allen gaven ze in fiere, zelfbewuste woorden, hoog op over de opleiding van “mannen en vrouwen tot professionele en gemotiveerde officieren die leiding gaan geven in de dynamische Defensieorganisatie”. Daar is toch geen woord koeterwaals bij, – naar wij dachten!

Het NLDA motto ‘Kennis is macht, karakter is meer’, werd er bij de interviewer telkens staccato-gewijs ingehamerd. “Persoonsvorming: bijbrengen van de waarden en normen van Defensie en de leiderschapscultuur die Defensie omarmt”, werd de ACOM telkenmale indringend diets gemaakt. “Dienend leiderschap, leidinggeven vanuit een grote betrokkenheid bij de organisatie en het personeel.” Toch vroeg één van die geïnterviewde NLDA-commandanten zich indertijd al bekommerd af hoe dit alles “tussen de oren te krijgen bij alle militairen, jong en oud”.

Welnu, ACOM Journaal heeft zich enige tijd niet meer aangemeld bij de poortwachter van het Kasteel. En sindsdien lijkt de verloedering er met windhooskracht doorheen te zijn geraasd. Al wat overbleef: een droef en moedeloos stemmend spoor van uitholling, ondermijning en verwoesting van waarden en normen. Opeenvolgende gevallen van ‘ernstig grensoverschrijdend gedrag, intimidatie, racisme’ en nog meer intermenselijk ongerief, haalden de kolommen en uitzendingen van de gretige media.

Het doordesemen van de aankomende “dienende leiders” met de waarden en normen, de gedragscode van Defensie, blijkt een weerbarstige exercitie. Het vernislaagje is niet meer dan flinterdun en vertoont bij de eerste, de beste aanraking, craquelé en schilfering. Lopen de leraren-instructeurs, van professie toch dé cultuuruitdragers, daar nu, het schaamrood op de vierkante kaken, te somberen en mokken dat hun onderricht in dit opzicht nog geen deuk in een slap pakje boter aanbracht? Of is men er heimelijk toch verguld mee straks weer een lichting ‘macholeiders’ af te leveren, ready, willing and able to kick ass?! En intussen raast het virus van on(aan)gepast gedrag over de NLDA-campus, door de gangen, zalen, vertrekken en (bij)gebouwen aan het Kasteelplein in de Bredase wijk Valkenberg.

Bijna tegelijkertijd als de scriptiepublicatie voerde NRC Handelsblad twee vrouwelijke luitenant-kolonels op die Defensie “gedesillusioneerd hebben verlaten”. Moe- en leeg gestreden tegen “aanhoudend seksisme, racisme en uitsluiting”. Grimmig-ironisch genoeg werd een van de betrokken vrouwen indertijd door Defensie bijna zelfvoldaan op het schild geheven als boegbeeld van het succesvolle ‘gender- en inclusiviteitsbeleid’ van de krijgsmacht.

Bij CDS Onno Eichelsheim kwamen de scriptie en de over het kazernehek gewerkte vrouwen “hard binnen”. Hij ging daar dan ook “keihard” werk van maken. Maar verandering kost tijd”, dekte de primus inter pares van de actieve opper- en vlagofficieren in den lande, zich alvast in.

Dat deed overigens ook staatssecretaris Barbara Visser die onder meer repte over “aanpassing van het vormingsconcept op officiersopleidingen” en “onderzoek naar de positie van vrouwen op de KMA”. Haar conclusie: “cultuurverandering kost tijd.” Natuurlijk, cultuurverandering kost uiteraard tijd maar het proces kan worden versneld door de schragen te verwijderen waarop zo’n (organisatiegebonden) cultuur steunt. In de begrippen van Marx (vloeken in de kerk, ik besef dat terdege!) de “onderbouw” grondig ‘op de schop nemen’, zoals dat vandaag de dag heet.

Ja, alles goed en wel, maar wat te doen met de generaties die gepokt en gemazeld zijn in de ‘oude cultuur’? Want ondanks haar eigen momentum zijn het tenslotte de mensen, de ‘dragers’, die een bepaalde cultuur bestendigen.

Het is, Godzijdank, niet aan deze broodschrijver om hier een antwoord op te geven!

* Voor wie deze fictieve ‘doom’ een onbekende grootheid is: https://cutt.ly/nmySJQK