Internetconsultatie wet op de defensiegereedheid
Last Updated on 25 juni 2025, 10:26 by Jan Kropf
Direct na de eerste ministerraad na de val van het kabinet is op 6 juni jl. een internetconsultatie voor het invoeren van de Wet op de Defensiegereedheid (WODG) gestart. Deze internetconsultatie loopt tot en met 4 juli a.s.
Naar de mening van de ACOM komt hierdoor (als e.e.a. op de voorgestelde wijze wordt ingevoerd) een permanente noodwet tot stand waardoor de minister van Defensie (al dan niet alleen en al dan niet door-gemandateerd) in staat wordt gesteld om op uiteenlopende gebieden wetten en regelgeving buiten werking te stellen zodra Defensie van mening is dat haar gereedstelling in het geding komt.
De eerste vraag die we ons als BV Nederland zouden moeten stellen is of de al bestaande noodwetten niet ver genoeg gaan en of we wel een permanente noodwet willen die ongebreidelde mogelijkheden biedt aan één minister.
Als klap op de vuurpijl wenst men ook nog een aantal wijzigingen door te voeren in de wet Ambtenaren Defensie (WAD). In de WAD worden alle bijzondere zaken geregeld voor personeel van Defensie, niet alleen de militairen, maar ook de burgermedewerkers. En in deze horen onder militairen ook de reservisten.
Ons advies is dan ook om goed kennis te nemen van hetgeen wordt voorgesteld en gebruik te maken van de mogelijkheid om te reageren op deze internetconsultatie.
Laten we allereerst benadrukken dat de situatie waar we ons momenteel in bevinden kritiek is. Ook wij zijn van mening zijn dat Defensie snel moet groeien en moet worden voorzien van (kwalitatief en kwantitatief) het maximaal haalbare, zowel v.w.b. personeel als materieel en materiaal. Maar snelheid mag nooit ten koste gaan van zorgvuldigheid. Door nu allerlei uiteenlopende elementen op te nemen in een vage wet die de status heeft van een permanente noodwet zou men wel eens de vraag kunnen (c.q. moeten) stellen waar de grenzen liggen. Zo werd laatst aan de voorzitter van de ACOM de vraag gesteld of we op deze wijze niet afglijden van een democratie naar een toekomstige militaire “regering”.
Hoewel de wet “wet gereedheid Defensie” heet, gaat het in deze vooral om de “gereedstelling van Defensie”.
De definitie van gereedheid in deze is “staat van de krijgsmacht of een onderdeel daarvan om geloofwaardig en doeltreffend ingezet te kunnen worden ter uitvoering van de in artikel 97 van de Grondwet omschreven taken”.
De definitie van gereedstelling in deze is “het geheel van activiteiten, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, gericht op de ontwikkeling van een geloofwaardig en doeltreffend inzetbaar militair vermogen, met inbegrip van het voortzettingsvermogen daarvan, bedoeld in artikel 1.2, eerste lid;”.
Als we dit samenvoegen is gereedstelling feitelijk alles wat Defensie doet en wat zij daaraan wil koppelen, er wordt hier immers niet gesproken over de krijgsmacht. Het gaat dan ook zeker niet om “varen, vliegen, oefenen en bijzondere omstandigheden en alle werkzaamheden die daar direct aan verbonden zijn”, die uitzondering was er al. En let wel, het gaat hier ook niet alleen om (beroeps-)militairen. Dat was alleen zo toen er nog sprake was van een militaire Ambtenarenwet, en die is jaren terug al vervangen door de WAD.
Voor een groot deel van de aangedragen zaken kunnen we begrip opbrengen. Als juridische of procedurele stappen versneld kunnen worden is dat natuurlijk prima, als er maar geen stappen worden gemist of overgeslagen. Voor zaken als het verlagen van de keurings- opleidings- of ervaringseisen of de verregaande mogelijkheid voor Defensie om de AVG terzijde te schuiven hebben we minder begrip. Ook de laagdrempelige wijze waarop Defensie dat zou mogen doen (Naast de mogelijkheden die Defensie al krijgt als er daadwerkelijk een reguliere noodwet van toepassing is) baart ons ernstig zorgen.
Gegevens die nooit bewaard mogen worden (waaronder persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging, of het lidmaatschap van een vakbond blijkt, en de verwerking van genetische gegevens, biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een natuurlijke persoon, of gegevens over gezondheid, seksuele leven en seksuele gerichtheid, alsmede persoonsgegevens van strafrechtelijke aard) kan Defensie immers (zonder serieuze beperkingen of controle) wel gebruiken volgens het concept wetsvoorstel. Dat zijn zaken waar we als Nederland altijd grote zorgen over hebben als het in andere landen gebeurt. Wat dat voor eventuele effecten op de door Nederland geroemde veiligheid en grondrechten heeft, is toch wel zorgelijk.
Als we dan kijken naar de voorgestelde aanpassing van de WAD maken we ons echt zorgen.
Men stelt in deze o.a. voor om de volgende “optie” toe te voegen:
“Voor zover dit met het oog op de goede uitvoering van de operationele taken van de krijgsmacht noodzakelijk is, kan Onze Minister afwijken van hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald:
b. indien naar het oordeel van Onze Minister een goede voortgang van de gereedstelling van de krijgsmacht dit noodzakelijk maakt.”
Simpel gesteld kan de minister in deze, of wellicht zelfs iemand namens de minister, deze zeer belangrijke wet buiten werking stellen en daarmee feitelijk vrijwel alle rechtspositionele aanspraken van defensiepersoneel in de ruimste zin des woords, buiten werking stellen zodra “een goede voortgang van de gereedstelling van de krijgsmacht dit noodzakelijk maakt.”
Een drempel is er vrijwel niet en dit zou dus zelfs kunnen betekenen dat reservisten (ook de reservisten die vanuit het dienjaar zijn aangesteld) verplicht kunnen worden om op te komen of dat mensen (zowel burgers als militairen) veel meer uren moeten maken (wellicht zelfs zonder betaling) simpelweg omdat er (te) veel vacatures bij Defensie zijn. Want tja, de politiek heeft Defensie jarenlang uitgemolken en als we dan binnen Defensie besluiten dat er gegroeid moet worden naar 200.000 personeelsleden en die er niet zijn of komen, is de stelling “zoveel vacatures is een bedreiging voor de gereedstelling van de Krijgsmacht” snel gemaakt.
Overigens is er ook nog de Europese Richtlijn 2019/1152 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden, met als doel “het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden binnen de lidstaten door meer transparantie en beter voorspelbare werkgelegenheid te bevorderen en tegelijkertijd te zorgen voor aanpassingsvermogen op de arbeidsmarkt.”
Dat zorgt ook wel voor een bijzondere kijk. Als door deze WODG en de aanpassingen van de WAD, de arbeidsvoorwaarden serieus wijzigen, dient de werkgever de werknemers daar dan allemaal individueel over te informeren? (En de vraag stellen is het antwoord geven.) En mogen de mensen dan vervolgens zonder beperkingen (opzegtermijn, dienverplichtingen en terugbetalingsverplichtingen) hun contract beëindigen? En hebben ze dan wellicht recht op een schadevergoeding omdat de werkgever haar werknemers hierdoor benadeeld heeft?
Onze slotvraag in deze is dan ook of hiermee niet wordt afgegleden naar een situatie waar één persoon de mogelijkheid heeft om permanent zulke vergaande maatregelen af te kondigen en de rechtspositie (en daarmee ook veiligheid en gezondheid!) van defensiepersoneel verregaand kan worden uitgeschakeld. Of zou dat op zijn minst van een serieuze drempel moeten worden voorzien en het besluit bijvoorbeeld moeten worden genomen door de ministerraad of worden bekrachtigd door een Koninklijk Besluit? Op de voorgestelde wijze wordt de rechtspositie van defensiepersoneel immers verlaagd tot het niveau van de middeleeuwen.
Links en downloads:
Reageer hier op de internetconsultatie
Beleidskompasvragen Wet op de defensiegereedheid
Beleidsvraag Versterking rechtspositie reservisten
Consultatiedocument VO Wet op de defensiegereedheid
DPIA Wet op de defensiegereedheid