Discrimineert het AV-akkoord militairen op leeftijd?

Last Updated on 14 februari 2020, 11:55 by

Verschillende militairen hebben een verzoek/rekest ingediend omdat zij van mening waren dat zij individueel onevenredig benadeeld waren doordat zij geen gebruik kunnen maken van het opleidingsbudget in de laatste vijf jaar voor UGM. Deze verzoeken/rekesten werden, indien het alleen om dit argument ging, niet gehonoreerd door Defensie.

Leeftijdsdiscriminatie is niet toegestaan, behalve als dit onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Om dit soort zaken te kunnen toetsen bestaat (onder meer) het College Voor de Rechten van de Mens (CVRM). Bij het CVRM kan men terecht met vragen over discriminatie en de betekenis van mensenrechten in Nederland. Men kan daar misstanden melden en discriminatieklachten voorleggen. In het geval van een discriminatieklacht toetst het college of dienaangaande de wet is overtreden en komt vervolgens met een oordeel. Dit oordeel is niet bindend.

Een aantal militairen heeft bij het CVRM een klacht voorgelegd aangaande de discriminatie op leeftijd in artikel 16bis van het AMAR. In een van deze zaken is het CVRM met een oordeel gekomen. Kort gesteld komt het erop neer dat er wel sprake is van leeftijdsdiscriminatie maar dat dit onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Er is daarom, naar het oordeel van de CVRM, geen wet overtreden.

Dit oordeel baseert het CVRM onder andere op het gegeven dat voordat het AV-akkoord 2017-2018 van kracht werd deze groep militairen ook geen opleidingsbudget kreeg en het voornoemde akkoord derhalve een uitbreiding betrof van het opleidingsbudget. Dit budget werd niet alleen met 20% verhoogd, ook werd de groep rechthebbenden verruimd met FPS3-militairen tot 5 jaar voorafgaand aan de UGM-leeftijd.

Daarnaast was het voor het CVRM van belang dat deze afspraak was overeengekomen tussen sociale partners en dientengevolge is terughoudend getoetst. Sociale partners hebben de belangen van de militairen immers tegen elkaar afgewogen en hebben gemeend dat het voor het behalen van de doelstellingen noodzakelijk was om militairen die minder dan vijf jaar voor hun leeftijdsontslag zaten uit te sluiten van de individuele opleidingsaanspraak.

Concluderend is het oordeel dan ook dat het onderscheid objectief gerechtvaardigd is en dat Defensie geen verboden onderscheid maakt op grond van leeftijd.

U kunt het oordeel van het CVRM hier lezen: https://mensenrechten.nl/nl/oordeel/2020-3