De pensioenregeling voor militairen 2019

Last Updated on 23 december 2019, 15:49 by

Over het pensioenreglement voor militairen vanaf januari 2019 is veelvuldig gesproken in vergaderingen van de Werkgroep Postactieven en van het Sector Overleg Defensie.

Uiteindelijk bleek het meest heikele punt het nakomen van de afspraken dat pensioenaanspraken die militairen hebben opgebouwd voor 1 juni 2001 niet gekort zouden worden. Overigens heeft onze vertegenwoordiger in deze vergaderingen dat al vanaf het begin aangegeven.

Eigenlijk is dit een vrij simpel punt. In het verleden is al afgesproken dat aanspraken die door militairen waren opgebouwd voor 1 juni 2001 nooit gekort zouden worden. Deze aanspraken werden (en worden) dan ook separaat gefinancierd door Defensie. Dat betekent derhalve automatisch dat bij een eventuele pensioenkorting in de toekomst de voornoemde aanspraken niet gekort worden. Defensie dient daarvoor dan “de rekening te betalen”, en dit is bij het laatste AV-akkoord wederom bevestigd middels de volgende tekst:

In de vergadering van de WG PA van 14 november jl. kwamen alle centrales en Defensie tot overeenstemming over de intentie van artikel 7.6, waar dit onderwerp in het nieuwe reglement beschreven zou moeten worden. In die vergadering werd ons duidelijk dat de werkgever met het ABP een afspraak had gemaakt dat van alle militairen die voor hun UGM waren gestopt (of zouden stoppen) als deelnemer en in dienst waren getreden (of zouden treden) bij een werkgever die aangesloten is bij het ABP, de contante waarde van het militaire pensioen (inclusief de aanspraken van voor 1 juni 2001) werd overgeheveld naar de nieuwe pensioenregeling. Daardoor werd duidelijk dat de werkwijze die tot 1 januari 2019 werd toegepast niet in overeenstemming was met de beelden die wij bij de afspraken hadden.

Hierover stond in het pensioenreglement zoals dat tot en met 2018 van toepassing was immers het volgende:

Kort samengevat gingen wij er vanuit dat de aanspraken werden omgezet. En in die aanspraak zou dan óók de afwijkende financiering van voor 1 juni 2001 moeten zijn meegenomen zodat Defensie bij een eventueel korting door het ABP over die pensioenaanspraken de “rekening zou betalen”.

Er werd in die vergadering overeengekomen dat indien militairen voor hun UGM zouden stoppen als deelnemer en in dienst zouden treden van een werkgever die aangesloten is bij het ABP gewezen zouden worden op de voor- en nadelen van het al dan niet overhevelen van de waarde van het pensioen en alsdan de keuze zouden hebben om binnen 6 weken terug te keren naar de oude situatie. De zogenaamde “OPT-OUT”. Dit zou dan betekenen dat men, als men koos (of kiest) voor deze OPT-OUT, als “slaper” het militaire pensioen behield (of behoudt) en voor de nieuwe betrekking een nieuw pensioen bij het ABP zou opbouwen (net als de UGM-er die weer gaat werken bij een werkgever die aangesloten is bij het ABP). Wel zouden wij nog onderling, en binnen enkele dagen, de daadwerkelijke tekst van dit artikel 7.6 afstemmen.

We zullen u de details en de schendingen van afspraken door de werkgever Defensie besparen, maar uiteindelijk kwam Defensie weken later terug op de afspraak en kwam met een heel ander voorstel. Voor deze brief met het voorstel van Defensie klik hier.

Hierdoor werd overigens nog duidelijker dat de uitvoeringspraktijk die Defensie (zonder betrokkenheid van de Centrales c.q. bonden) met het ABP had afgestemd niet overeen kwam met het beeld dat wij daarbij hadden. Uiteindelijk hebben de andere centrales met Defensie ervoor gekozen om in het pensioenreglement exact de tekst op te nemen uit het laatste arbeidsvoorwaardenakkoord.

Wij hadden al op voorhand aangegeven daarmee niet in te kunnen stemmen omdat wij ons, naar onze mening, op deze wijze zouden committeren aan de afwijkende werkwijze die Defensie met het ABP was overeengekomen. Wij hebben dan ook schriftelijk laten weten niet met de tekst van artikel 7.6 en de daaraan gerelateerde teksten in te kunnen stemmen.

Ook hebben wij aangegeven dat wij voor de eventuele gevolgen dienaangaande voor deelnemers in de pensioenregeling (inclusief huidige en toekomstige gepensioneerden) geen verantwoordelijkheid kunnen accepteren.

Klik hier om onze brief te lezen.

Tot slot werden wij erop gewezen dat er door Defensie is aangegeven dat Defensie en het ABP samen met de vakcentrales (bonden) in het voorjaar voorlichtingen gaat geven aangaande het pensioen. Hierin zou dan uitleg volgen over de nieuwe pensioenregeling, de compensatie in het geval van een mogelijk hogere premie en het verminderd pensioenperspectief.

Wij hebben geen idee waar Defensie dat op baseert, maar wij hebben dienaangaande geen afspraken gemaakt. Het is aan het ABP om te communiceren over het pensioen en aan de werkgever om uitleg te geven aan militairen die recht hebben op de compensatie in het geval van hogere premies dan wel bij verminderd pensioenperspectief. Als onze leden vragen hebben beantwoorden wij die veel liever rechtstreeks dan in een gezamenlijke voorlichting.