De ‘Corona Troonrede 2020’: ‘Zwaar economisch weer op til’

Last Updated on 16 september 2020, 16:21 by

Defensiebegroting: Geen extra financiële ruimte voor Defensiepersoneel

Nederland moet zich stevig in de gordels hijsen om de klappen te kunnen opvangen van het economisch zwaar weer dat op til is. Die boodschap weerklonk in de Troonrede 2020 zoals die werd uitgesproken door koning Willem-Alexander. De eerste klappen van de coronacrisis konden betrekkelijk eenvoudig worden opgevangen doordat de afgelopen jaren de rijksbegroting een flink overschot te zien gaf en de staatsschuld aanzienlijk is teruggebracht.

Maar, waarschuwde de koning, de terugslag zal in de toekomst stellig te merken zijn in de overheidsfinanciën en de economie. Hoe groot de impact zal zijn is afhankelijk van “tot wanneer en in welke mate het coronavirus ons in zijn greep blijft houden. Maar alle recente cijfers en ramingen zijn ongekend in vredestijd”, aldus koning Willem-Alexander. Wij krijgen te maken met “een historische omslag van een overschot op de rijksbegroting naar een tekort van 7 procent in één jaar. En met een verdubbeling van de werkloosheid ook in één jaar.”
Herstel gloort

“We gaan door een diep dal” schetste minister van Financiën Wopke Hoekstra, de huidige stand van zaken. “Maar we komen er uiteindelijk weer bovenop. Sterker en weerbaarder”, hield hij de hoop levend. In 2021 groeit de economie, is de verwachting, met zo’n 3%. Maar ook de komende jaren heeft de coronacrisis een “ontwrichtend effect” op de samenleving. Door ‘corona’ is de “wereld economisch totaal veranderd”, benadrukte de schatkistbewaarder van het rijk. Eerder had de koning in de Troonrede laten weten dat “de regering vanuit deze ongekende crisissituatie ervoor kiest te investeren “in baanbehoud, goede publieke voorzieningen, en een sterkere economische structuur”.

In de Troonrede 2020 werd overigens met geen woord gerept over ‘Defensie’, – althans niet expliciet. Maar de koning wees wel op de toenemende geopolitieke onzekerheid in Europa, de bedreigingen en rechtstreekse aanvallen op de rechtstaat met als schokkend voorbeeld “de brute moord op advocaat Derk Wiersum.” Om deze ongewenste ontwikkelingen het hoofd te bieden “is volgend jaar opnieuw extra geld beschikbaar, onder andere voor een nieuw gespecialiseerd team waarin de kennis en kracht van justitie, Belastingdienst en defensie worden gebundeld.”

Defensie als ‘moderne werkgever’


Defensie blijft kampen met een (structureel) tekort aan personeel. Om haar aantrekkingskracht op nieuw (jong) personeel te optimaliseren gaat Defensie zich, zo meldt de Beleidsagenda bij de Defensiebegroting 2021, in 2021 in marstempo profileren als “moderne werkgever”. Daartoe gaat men onder meer aangepaste wervingsmethoden en technieken inzetten waarbij het vizier meer regionaal is afgesteld. Reservisten en inhuurkrachten moeten zorgen voor extra personele capaciteit.
Hoewel het ministerie in 2021 € 11,5 miljard te besteden heeft, is er weinig tot geen extra financiële ruimte voor het personeel. Ambities zijn er genoeg. Zo wil men bijvoorbeeld “over de uitgangspunten van het nieuwe personeelsmodel en het daaraan verbonden HR-beleid nog in 2020 overeenstemming (bereiken) met de centrales (van overheidspersoneel). Het aansluitende wetgevingstraject zal vervolgens tijd in beslag nemen, maar is in voorbereiding en zal direct na het bereiken van overeenstemming met de centrales van overheidspersoneel formeel worden opgestart.”

In 2021 (“een transitiejaar”) wil Defensie “het personeelsmodel verder (uitwerken)” en beginnen met “de stapsgewijze implementatie”. De regionale proeftuinen bij de defensieonderdelen, waarin de elementen van het nieuwe personeelsmodel in de praktijk worden getest, worden in 2021 voortgezet. De ervaringen zijn positief. Binnen de proeftuinen is bijvoorbeeld inmiddels sprake van aanzienlijk hogere wervingscijfers. De praktijkervaringen in de proeftuinen worden gebruikt bij het verder vervolmaken van het nieuwe personeelsmodel. De gevolgen van COVID-19 zullen in 2021 zorgen voor na-ijleffecten op de personele vulling en de personele gereedheid. Dit komt onder meer door de opgelopen achterstand in het aanstellen van nieuw personeel en het tijdelijk stilzetten en annuleren van opleidingen.”

Afspraken in AV-akkoord 2017-2018

Voor wat betreft arbeidsvoorwaarden wil Defensie “uitvoering geven aan de met de centrales van overheidspersoneel in het AV-akkoord 2017-2018 gemaakte afspraken om gefaseerd een bij de tijd passend bezoldigingssysteem te ontwikkelen en hierbij een vereenvoudigd model van toelagen te introduceren. Hierover zijn in het AV-akkoord 2019-2020 aanvullende afspraken gemaakt. Defensie wil op dit onderwerp graag de volgende stap zetten. Het nieuwe bezoldigingssysteem moet qua uitgangspunten en doelstelling nauwgezet aansluiting vinden bij het nieuwe personeelssysteem.”
Defensie reserveert fors wat geld voor het Defensie Materieel Fonds (DMF) waar in eerste aanleg € 4,6 miljard in wordt gestort. In de komende 15 jaar komt € 66 miljard ter beschikking van het DMF. Defensie maakt, zoals jaren geleden al is aangekondigd, werk van een ‘schokbestendige begroting’ die weinig te duchten heeft van wisselende politiek-ideologische humeuren en andere tegenvallers. Materieelinvesteringen (beheer en onderhoud) kunnen dan gedaan worden op basis van een langetermijnplanning.

Flinke stappen nodig voor herstel


Defensie staat voor aanzienlijke uitgaven en uitdagingen Er moeten “nog flinke stappen (worden gezet): meer dan we vooraf hadden ingeschat. Zo zijn er nog extra stappen in het kader van herstel nodig op het gebied van personeel, IT, vastgoed, fysieke en sociale veiligheid, de instandhouding van wapensystemen, (strategische) voorraden en bedrijfsvoering om de balans tussen de ondersteuning en de gevechtseenheden te herstellen.” Daarnaast de aanschaf van nieuwe onderzeeboten, onbemande vliegtuigen, intensivering van de inzet op cyber, kunstmatige intelligentie etc. Een extra kostenpost vormen de gevolgen van de stikstofproblematiek , in verband met onderzoek, compensatie en mogelijke vertraging in de uitvoering c.q. aanvang van projecten.
Ook in het nieuwe begrotingsjaar zal Defensie niet kunnen voldoen aan de in 2014 gemaakte ‘NAVO-afspraak’ om in de komende periode te groeien “richting de 2% van het bruto binnenlands product (bbp). “Met een defensiebudget van 1,33% van het bbp (2019) blijft Nederland achter bij het Europese gemiddelde (1,58% in 2019). In een Europees vergelijk staat Nederland op een gedeelte 16e plaats met Albanië (gebaseerd op NAVO cijfers november 2019).” Volgend jaar wordt een bbp-percentage verwacht van 1,48%, een ‘technische’ stijging ingevolge de economische krimp door ‘corona’.

Alles is anders

De Troonrede 2020 haalt ongetwijfeld de kronieken als de ‘Corona Troonrede’. De gevolgen van de virulente virusuitbraak waren zichtbaar in alles wat de plechtige opening van het nieuwe zittingsjaar van de Staten Generaal elk jaar weer tot een memorabele gebeurtenis maakt. Alles was immers ‘anders’ dan in oude ‘normale’ tijden.

De Ridderzaal was ingeruild voor de Grote Kerk in Den Haag met een ‘corona proof’ opstelling van de zetels voor veel minder bewindspersonen, (civiele en militaire) gezagsdragers dan gewoonlijk. De jaarlijkse rijtoer met de Gouden Koets van Paleis Noordeinde naar de Ridderzaal Huis, was dit jaar een prozaïsche autorit naar de Grote Kerk. Van de 2500 militairen die elke Prinsjesdag opluisteren kwamen dit jaar slechts 52 in actie, wel gelijkelijk verdeeld over de vier krijgsmachtonderdelen. Voor de ere-escorte had de Koninklijke Marechaussee dit jaar motorrijders ingezet in plaats van ruiters.


Alles is sinds dit voorjaar anders, zei koning Willem-Alexander. “Ook deze anders-dan-anders-Prinsjesdag op anderhalve meter afstand, niet in de Ridderzaal, en met minder mensen, tradities en uitbundig rood-wit-blauw, maakt dat tastbaar (-) Corona raakt ons allemaal”, stelde de vorst vast.
“Investeren in veiligheid, bestaanszekerheid en een aantrekkelijke leefomgeving draagt bij aan bestrijding van de crisis, aan de veerkracht van de economie en aan vertrouwen in de toekomst”, aldus koning Willem-Alexander.