Annelore Roelofs “nieuwe”  commandant KMar

Nadat eerder al berichten waren verschenen op de websites van zusterbonden en in de Telegraaf heeft nu ook Defensie gecommuniceerd: “Annelore Roelofs wordt per 1 september a.s. de nieuwe commandant van de KMar”. Voor de ACOM is dan ook nu het moment gekomen om daarop te reageren waarbij we voorop willen stellen dat wij niets hebben tegen Annelore Roelofs als persoon of als functionaris. Ze is ons onbekend en we zullen betrokkene dan ook uitsluitend beoordelen op haar functioneren en uitsluitend voor zover dat nodig is.

Strijdig met wet- en regelgeving en gemaakte afspraken

Wij zijn echter wél van mening dat deze aanstelling niet alleen ongewenst en ongepast is maar ook strijdig is met wet- en regelgeving en gemaakte afspraken. Helaas gebeurt dat toch wel erg vaak bij Defensie. Hoewel men telkenmale toezegt dat Defensie een betrouwbare werkgever is en zich zal houden aan wet- en regelgeving en gemaakte afspraken komt het helaas zeer frequent voor dat dit in de praktijk niet gebeurt. Naar onze mening is het strijdig met het AMAR om betrokkene, gezien haar leeftijd, aan te stellen als (tijdelijk) beroepsmilitair of als reservist. Maar er is ook, nota bene in het laatste AVW-akkoord, overeengekomen om militairen (inclusief MD-functies) voor minimaal 3 jaar te plaatsen. Dit is (onder andere) afgesproken om meer rust en tijd te creëren, om binnen Defensie kennis, kunde en ervaring op te doen, en de personele gereedheid te verhogen. Blijkbaar heeft men in deze functie geen tijd nodig om kennis, kunde en ervaring op te doen en kan men ook volstaan met een extreem korte plaatsingsduur. Dat is niet alleen vreemd, door nu voor een “burger met reservistenaanstelling te kiezen” omzeilt men óók willens en wetens die afspraken.

Ook voor reservisten zijn vrij recentelijk duidelijke afspraken gemaakt: Defensie kan reservisten oproepen tot maximaal de leeftijd van 63 jaar en drie maanden, en dan ook nog slechts onder zeer specifieke voorwaarden. Zo mag de betrokken reservist alleen worden opgeroepen voor om niet-operationele inzet gericht op het vergroten van de operationele gereedheid en de continuïteit van de bedrijfsvoering, mag er door het opgedragen pakket van werkzaamheden geen verdringing ontstaan en gaat het om een verlenging van maximaal één jaar.

Daarnaast wordt, naar onze bescheiden mening, op deze wijze de bijzondere positie van de militair aangetast en het militair uniform gedegradeerd tot een “versiersel”. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat door het aantrekken van een uniform van een Luitenant-Generaal iemand zonder enige militaire ervaring de militaire meerdere wordt van vrijwel de gehele Krijgsmacht?

Ook vermeld Defensie dat betrokkene, in de beperkte tijd die ze nog heeft tot haar pensioen, een militaire opleiding gaat volgen. Wij zijn dan ook oprecht benieuwd welke opleiding dat betreft en of zij tijdens die “initiële opleiding” betaald wordt conform de overeengekomen opleidingstabel. Maar laten we daar maar niet naar vragen, de vraag stellen is immers ook het antwoord geven.

Wij zijn (en blijven) daarnaast ook van mening dat een commandant van een operationeel commando OPCO oftewel de landmacht, de luchtmacht, de marine en de marechaussee) moet beschikken over een decennialange ervaring binnen Defensie in het algemeen en (bij voorkeur) binnen het OPCO in het bijzonder.